A.F.Th. van der Heijden. Tonio. Een requiemroman. Amsterdam: De Bezige Bij, 2011
Zo'n drieëntwintig jaar geleden vond ik A. F. Th. van der Heijden de belangrijkste schrijver van Nederland. Ik herinner me dat ik ieder deel uit de reeks De tandeloze tijd bijna onmiddelijk kocht en liefst binnen een dag uitlas, liggend op het slaapbankje in mijn studentenkamer.
De laatste jaren was ik Van der Heijden een beetje uit het oog verloren. Zo'n drieëntwintig jaar geleden is het dat Van der Heijden een zoon kreeg, die hij Tonio noemde. Vorig jaar kwam Tonio ineens bij een ongeluk in Amsterdam om het leven. Zijn vader schreef er een ongelooflijk verdrietig boek over, dat onlangs verscheen, dat ik onmiddellijk heb gekocht en in iets meer dan een dag heb uitgelezen.
Nog nooit heb ik gevoeld wat het betekent om iemand van wie je intens houdt te moeten missen omdat hij uit het leven is weggerukt. Dat gemis, dat voortdurende gemis, dat gemis waarvan je telkens het idee hebt dat het nu pas tot je doordringt, dat gemis dat je niet eens niet meer zou willen voelen, dat dringt in dit boek ineens tot je door.
Tegelijkertijd is het boek ook meer dan een klaaglied. Het wil ook een roman zijn. Het voelt een beetje vreemd om erover na te denken als over een roman, omdat het zo onmiskenbaar autobiografisch is en zelfs zo vlak na de gebeurtenissen verschijnt. Maar toch: mij valt bijvoorbeeld op hoe de verteller zijn hele leven de literatuur probeert in te trekken. Dat begint bij de naamgeving (naar Tonio Kröger) en eindigt bij de foto die de ouders bij de rouwbrief rondsturen en die ook het omslag van het boek siert: Tonio verkleed als Oscar Wilde. Tussendoor wordt ook een aantal keer verteld hoe sierlijk Tonio sprak en hoe de vader heeft geprobeerd samen met zijn zoon een boek te schrijven. Tegelijkertijd krijg je het uit het boek het idee dat Tonio zelf niet veel met de literatuur ophad, hij zegt dat zelf ergens expliciet en het enige wat hij leest in de herinnering van de schei er is Donald Duck - al wordt daar wel uitdrukkelijk bij vermeld dat ook de tekstballonnen gelezen werden. Zelfs dat portret als Oscar Wilde was niet Tonio's eigen idee, maar een opdracht van school.
Een valse gedachte: na zijn dood heeft de jongen er niets meer over te zeggen en treedt hij alsnog de verafschuwde Nederlandse literatuur in.
Maar dat is dan wel prachtige literatuur, en zelfs een waar aan het eind nog wat hoop gloort. In het boek zelf, als de ouders besluiten om nog heel oud te worden om zo de herinnering aan hun zoon levend te houden. Maar vooral als de roman eigenlijk al is afgelopen en er op de laatste bladzijden van het boek een lijst met alle eerdere boeken van Van der Heijden staat afgedrukt. Onderaan die lijst prijken twee titels 'in voorbereiding'. De schrijver schrijft door. Ik zal die volgende boeken ook weer kopen en verslinden.
Reacties