Posts

Posts uit maart, 2017 tonen

Guus Kuijer. Hoe een klein rotgodje God vermoordde. Amsterdam: Athenaeum, Polak & Van Gennep, 2006.

Guus Kuijer is de uitvinder van een nieuwe stroming in het Nederlandse geestelijk denken: het vrijzinnig atheïsme. Hij gelooft niet in God, maar hij valt er anderen niet mee lastig. Zijn gedachtewereld staat tegenover die van orthodoxe atheïsten als Richard Dawkins als het denken van Harry Kuitert tot dat van de SGP, en de ware atheïst zal het dan ook behoorlijk moeilijk hebben met het werk van Kuijer van de afgelopen jaren: van zijn Bijbel voor ongelovigen, waarvan binnenkort het laatste deel verschijnt tot en met zijn tien jaar geleden verschenen Hoe een klein rotgodje God vermoordde . Kuijer weigert namelijk uit te gaan van de centrale premisse van het strenge atheïsme dat alle geloof gebaseerd is op halstarrige onnozelheid. Die premisse kan bijvoorbeeld niet verklaren waarom grote geesten zich eeuwenlang met dat geloof hebben beziggehouden. Er móét wel iets waardevols in het geloof zitten – goede verhalen, waardevolle inzichten – en Kuijer wil dat eruit proberen te peuren. Dat

Bas Heijne, Staat van Nederland. Een pleidooi. Amsterdam: Prometheus, 2017.

De winnaar van de P.C. Hooftprijs 2017, Bas Heijne, weet het ook niet meer. Hij zegt aan het eind van het nieuwe boekje  Staat van Nederland  dat hij geen 'pamflet' heeft willen schrijven, maar een 'pleidooi'. Maar het komt niet tot een pamflet of een pleidooi, het is niet meer dan een woeste wanhoopskreet van letters, dit boekje. Het bevat opvallend lelijke taal. Zinnen als de volgende vliegen je om de oren: Volgt dat programma de insteek van Rijkxman in haar nieuwjaarstoespraak, dan wordt Zwarte Piet blijvend aangepast, om hem van zijn racistische connotaties te ontdoen, omdat "de samenleving aan het veranderen is". De analyses zijn vaak net zo vlak. Er is veel verongelijktheid in het publieke debat. Het populisme gaat niet meer weg. Dat weten we sinds Wilders en Trump. Als we elkaar blijven verketteren, komen we niet meer tot elkaar. Het boekje eindigt met een 'pleidooi': "Wil je je gehoord en gezien weten, dan zul je anderen moeten horen