Posts

Posts uit februari, 2018 tonen

Arjen van Veelen. Aantekeningen over het verplaatsen van obelisken. Amsterdam: De Bezige Bij, 2017

Afbeelding
Wat zijn genres toch ellendige dingen. Aantekeningen over het verplaatsen van obelisken  is een van de interessantste boeken die het afgelopen jaar verscheen, maar ik vermoed dat er betrekkelijk weinig kans is dat het een prijs krijgt, omdat prijzen nu eenmaal gaan naar romans. En het is wel ongeveer een roman, maar niet helemaal. Wanneer alle aandacht in de literaire cultuur was uitgegaan naar essays, had dat predicaat waarschijnlijk op de omslag gestaan. Aantekeningen  is in veel opzichten een essay in de ware, Montaigneske, betekenis van het woord: een zelfonderzoek. Van Veelen beschrijft zijn zeer intense vriendschap met Thomas Blondeau, de manier waarop hij de plotselinge dood van zijn vriend moest verwerken, en hij vlecht er beschouwingen in over onder andere Alexander de Grote, de manier waarop er in Alexandrië met Alexanders nagedachtenis wordt omgegaan, en Kavafis. Voor alles is het een gedachtegang over wat het over Van Veelen zegt dat hij zo door déze vriend heeft laten

Jacob Israël de Haan. Liederen. Amsterdam: Van Kampen & zn, 1917.

Afbeelding
Weinig Nederlandse dichters hebben de onrust van het jaar 1917 zo beeldend onder woorden gebracht als Jacob Israël de Haan (1881-1924) in zijn bundel Liederen . Dat kon ook bijna niet anders, want die onrust zat ook in hemzelf, een man die voortdurend op reis was, zowel in letterlijke als in figuurlijke zin. Eerder had hij al opzien gebaard met de expliciet homoseksuele romans Pijpelijntjes en Pathologieën . Een paar jaar na verschijning van Liederen zou hij als zionist vertrekken naar Palestina om er uiteindelijk als orthodoxe jood te worden neergeschoten. Al die thema’s zitten in Liederen , en nog meer. Het is een bundel die alleen in 1917 geschreven had kunnen worden. Hij begint met een aantal liederen die gewijd zijn aan de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog; daarna volgen een aantal gedichten gericht ‘aan Russische vrienden’: rond 1913 was De Haan zich hard gaan maken voor de (vaak socialistische) politieke gevangenen in Russische gevangenissen; hierna volgen nog veel and