Posts

Posts uit augustus, 2009 tonen

Aravind Adiga. The White Tiger. London: Atlantic Books, 2008.

Afbeelding
Soms lees je boeken vooral voor de gezelligheid. Omdat mensen het over dat boek hebben, omdat een zeker iemand het net gelezen heeft en er verrukt van was, omdat er af en toe aan je wordt gevraagd of je nog een leuk boek weet, en je om de een of andere reden dan meestal niet geacht wordt met Moby Dick aan te komen zetten. De komende paar maanden kan ik zeggen: ja, The White Tiger van Aravind Adiga. Leuk is niet per se het meest geschikte woord, en gezellig eigenlijk ook niet, aangezien het een inktzwarte satire is over allerlei misstanden in de maatschappij, waarbij je letterlijk over lijken moet gaan om rijkdom te verwerven. De hoofdpersoon Balram Halwai ziet er dan ook niet tegenop om zijn baas, de man wiens auto hij rijdt, op een dag de hersens in te slaan met een kapotte whiskyfles. Zoals die baas er eerder niet tegenopzag om Balram ertoe te dwingen een papier te ondertekenen waarop stond dat hij een man had overreden, terwijl het eigenlijk de vrouw van de baas was geweest die

William Faulkner. The Sound and the Fury. New York: Vintage, 2005 (1929).

Afbeelding
Ik denk dat alle lezers van Faulkner het overal en tot in eeuwigen dage op een bepaald moment over een onderwerp moeten hebben: dat The Sound and the Fury zo lastig te lezen is. Je kunt het prachtig vinden of afschuwelijk, je kunt alle andere boeken uit de wereldliteratuur gelezen hebben, of geen enkel — moeilijk blijft het. Dat geldt vooral, of eigenlijk uitsluitend voor de eerste van de vier hoofdstukken, die ieder geschreven zijn uit het standpunt van een van de gebroeders Compson waar een steekje los aan is: het eerste van Benjamin, die autistisch is maar ook enigszins achterlijk, het tweede vanuit Quentin op de dag dat hij in wanhoop zelfmoord pleegt. Het derde hoofdstuk is geschreven vanuit Jason, die zo'n onsympathiek en laag bij de gronds personage is dat zijn verhaal voor weinig problemen zorgt, en het laatste hoofdstuk heeft zelfs een heel klassieke alwetende verteller. Het verhaal is, als je het helemaal uitgeplozen krijgt, nog niet eens zo vreselijk ingewikkeld. Een f

Ovidius. Metamorphosen. Amsterdam: Athenæum - Polak & Van Gennep, 2008 (8)

Afbeelding
Vertaling: M. d'Hane Scheltema. Vorig jaar was Metamorphosen van Ovidius precies 2000 jaar oud, maar als dat gevierd is, heb ik het niet meegekregen. Tweeduizend jaar is in ieder geval een onvoorstelbare hoeveelheid tijd voor een mens, en het is daarom altijd maar de vraag hoeveel je als moderne lezer nog meekrijgt van zo'n meesterwerk van lang geleden. Wie de recensies leest krijgt de indruk dat Ovidius wat reputatie betreft de Harry Mulisch van de Oudheid was: iemand die bekend stond om zijn betrekkelijk inhoudsloze inventiviteit en zijn grote beheersing van de mythologie. De grote Romeinse retoricus Quintillianus heeft zoiets al gezegd. Nu houd ik toevallig wel van het werk van Mulisch, en uiteindelijk toch ook wel van dat van Ovidius. Ik moest wel even wennen. In Metamorphosen beschrijft Ovidius de ontwikkeling van de wereld vanaf de eerste Chaos tot aan zijn eigen tijd, en hij doet dat als een opeenvolging van veranderingen: om de haverklap wordt er iemand in een boom, e

Philip Roth. Patrimony. New York: Library of America, 2008 (1991).

Afbeelding
De vader van Philip Roth is dood. Op 86-jarige leeftijd is hij gestorven aan de gevolgen van een hersentumor. Dat is weliswaar al ongeveer twintig jaar geleden gebeurd, maar ik heb het nieuws pas nu tot me door laten dringen, doordat ik Roths roman over de laatste maanden van zijn vader las, Patrimony. A true story . Een waargebeurd verhaal als ondertitel, dat geeft bij deze schrijver altijd te denken, ja, dat roept op tot wantrouwen. Roth heeft meer boeken geschreven die zogenaamd waargebeurd zijn en zelfs over Philip Roth gaan, maar tegelijkertijd onmiskenbaar versonnen zijn ( Operation Shylock bijvoorbeeld). Maar dan verbaast de schrijver je toch weer — door nu ineens volkomen oprecht te lijken te zijn. Dat wil niet zeggen dat hij niet zelfs in dit boek speelt met de grenzen tussen fantasie en werkelijkheid. Wanneer Philip naar zijn vader rijdt om die het slechte nieuws te brengen van de tumor, rijdt hij in gedachten per ongeluk verkeerd, en komt uit bij de begraafplaats waar zijn

Philip Roth. I married a communist. New York: Vintage, 1999 (1998)

Afbeelding
Ira Ringold is een communist die ook wil leven, een jongen van eenvoudige afkomst die in de jaren veertig trouwt met de filmster Eve Frame, en een verhouding begint met de vriendin van haar dochter. Die zelf acteert en beroemd wordt, maar zijn afkomst niet verloochent en die altijd bewondering blijft houden voor zijn steile communistische vriend Johnny O'Day. Maar het einde is onontkombaar: het huwelijk met Eve strandt, en onder invloed van haar glamour-vrienden publiceert zij een boek waarin ze beweert dat Ringold een belangrijke schakel is in een communistisch complot om de Amerikaanse amusementsindustrie in handen te krijgen. Ringold wordt zo een van de eerste slachtoffers van het McCarthy-tijdperk. Op internet heb ik wat oude recensies van dit boek gelezen, waarin de nadruk erg wordt gelegd op het feit dat niet lang voordat dit boek verscheen de ex van Philip Roth een boek publiceerde over hun mislukte huwelijk. I married a communist zou een in rancune gedrenkte afrekening zi

Thomas Mann. Der Zauberberg. Frankfurt: G.B. Fischer, 1954 (1924).

Afbeelding
Ik heb de Zauberberg gelezen! Voor mij was dat vele, vele jaren lang een gebergte waarvan ik me bijna niet kon voorstellen dat ik het ooit zou beklimmen; zo'n boek waarvan ik nauwelijks kon geloven dat iemand het ook echt las, zo dik, zo Duits, zo dreigend. Maar nu heb ik het dus echt gelezen. En ik heb er niet veel langer dan een (vakantie)week over gedaan. En ik heb ervan genoten. De taal is prachtig, de toon is ongelofelijk muzikaal en de schrijver geeft zijn lezers van alles om over na te denken. En dan bedoel ik eigenlijk niet vooral de inhoud van de vele gesprekken die Hans Castorp, de hoofdpersoon, voert met de andere bewoners van het sanatorium in de Alpen waar hij komt om drie weken lang zijn zieke neef te bezoeken, maar waar hij uiteindelijk zeven jaar blijft. Ik bedoel vooral de spelletjes die Mann speelt met het uitdijen en inkrimpen van de tijd, of (iets minder aan de oppervlakte) met de geografie. Hans Castorp en de andere bewoners maken maar één onderscheid: dat t

V. S. Naipaul. The mystic masseur. London; Picador, 2001 (1957)

Afbeelding
De Indiër Ganesh heeft een paar jaar in Port of Spain in Trinidad gestudeerd, en daarna weliswaar zijn titel niet gehaald, maar als hij terugkeert naar zijn geboortedorp maken alleen al die paar jaar hem een gewilde huwelijkskandidaat, in ieder geval voor de plaatselijke grutter. Op een handige manier weet Ganesh zijn toekomstige schoonvader op zijn beurt tegen diens wil tot de belangrijkste sponsor van zijn eigen studiecentrum te maken. Op die basis wordt hij masseur, dan mysticus, en uiteindelijk zelfs politicus. The mystic masseur is op het eerste gezicht een schelmenroman: de hoofdpersoon lijkt niet helemaal te deugen, maar vooral zijn tegenstanders steeds te slim af te zijn. Maar bij nader inzien is het niet zo duidelijk dat Ganesh wel echt een traditionele schelm is: in voorkomende gevallen lijkt hij met iedereen, ook voor zijn ergste tegenstander (zijn schoonvader) het beste voor te hebben, en dat hij als mysticus of als politicus een bedrieger is kun je eigenlijk niet zeggen.