Posts

Posts uit juli, 2016 tonen

Zadie Smith. White teeth Hamish Hamilton, 2000.

Ik zou misschien kunnen betreuren dat ik de afgelopen zestien jaar nodeloos zonder dit boek heb doorgebracht en dat ik mezelf daardoor veel plezier heb ontnomen. White teeth is een klassiek soort roman, van een type waar ik van houd: veel karakters met allemaal hun eigen gelijk, wiens leven elkaar gedurende de roman op verschillende manieren raken. Een boek dat grappig is en tegelijkertijd wat biedt om over na te denken. Gedane zaken nemen geen keer. Ik heb dan nu pas kennis genomen van  Archie Jones en Samad Iqbal, van hun onderlinge vriendschap, van hun vrouwen, hun kinderen en nog een paar andere familieleden. Ik heb nu pas het fraaie vlechtwerk gezien waarmee het Londen van zo'n beetje het laatste kwart van de vorige eeuw wordt vormgegeven.  Maar dat heeft natuurlijk ook allerlei voordelen. Ik heb bijvoorbeeld ineens een hele stapel boeken die Smith na haar debuut geschreven heeft in het vooruitzicht. En vooral: het boek biedt, recht vanuit het prille begin van deze eeuw, v

James Shapiro. The Year of Lear. Shakespeare in 1606. New York: Simon & Schuster, 2015.

1606 was voor Engeland ongeveer een even chaotisch jaar als 2016. De pest woedde, rondom de relatief jonge koning James waren er de hele tijd allerlei geruchten, men dacht voortdurend dat hij in gevaar was of al gedood, zijn plannen om te komen tot een Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittanië wilden maar niet van de grond komen, en men verdacht 'de katholieken' van van alles en nog wat. Tegen die achtergrond schreef William Shakespeare twee van zijn beroemdste stukken: King Lear en Macbeth.  In The Year of Lear  laat de Amerikaanse Shakespeare-kenner James Shapiro zien hoeveel die stukken en de werkelijkheid van dat jaar met elkaar te maken hadden: hoe de werkelijkheid doorsijpelde in de stukken, hoe wat Shakespeare moet hebben gelezen te maken had met discussies die werden gevoerd, hoe de schrijver de stukken gebruikt moet hebben om zijn tijd beter te begrijpen, hoe wij kennis over zijn tijd kunnen begrijpen om de stukken beter te begrijpen. Een interessant deel van The Yea

H.M. van den Brink. DIJK Amsterdam: Augustus, 2016

Het is ongelofelijk dat sommige dingen verdwenen zijn. Nooit heb je gemerkt dat ze aan het verdwijnen waren, ze leken bedoeld voor de eeuwigheid en ineens besef je: ze zijn er niet meer. Wat ooit belangrijk was, blijkt er toch in het geheel niet toe te doen, althans de mensen interesseert het eigenlijk niet. Terwijl je, als iemand het voor zou stellen als iets nieuws, je zou kunnen denken: ja, waarom niet. In Dijk roept H.M. van den Brink een wereld op waarvan ik alleen als kind een staartje van heb meegemaakt en die me desalniettemin met een zekere weemoed vervulde: die van de middenstand met zijn aluminiumdoppen en papieren zakjes, van de groenteboeren en de kruidenieren. En die van de mannen van het IJkwezen die de middenstand controleren om te zien of ze hun maten wel eerlijk gebruiken. Van de Brink beschrijft die wereld niet eens als alleen maar positief. Hij laat subtiel zien hoe hard hij kon zijn voor iedereen die ook maar een klein beetje buiten de norm viel. Maar hij besch