Posts

Posts uit april, 2013 tonen

Jutta Chorus. Beatrix. Dwars door alle weerstand heen. Contact, 2013.

Ooit was de geschiedenis van pakweg een land in de eerste plaats: de geschiedenis van de koning. Over de onderdanen van laten we zeggen koning Filips II wist niemand iets. En wat er toevallig wel bekend was, interesseerde niemand. Wat die Filips allemaal deed en niet deed, dat was waar het eigenlijk om ging. Bij Shakespeare heet de koning van Frankrijk meestal France : de koning en zijn land waren één. Niet zo in onze tijd. Terwijl je zou denken en ook wel hoort beweren dat alles nu om de persoonlijkheid draait, is het oude instituut waarin persoonlijkheden zo belangrijk waren, steeds meer in zichzelf gekeerd. Wie was bijvoorbeeld Beatrix, tot vanochtend nog de koningin van Nederland? Dat is maar moeilijk te achterhalen. Leest ze weleens een Nederlandse roman? Als ze naar de tv kijkt, waar kijkt ze dan naar? Wat is haar mening over, pakweg, het programma De rijdende rechter?  Ik zou het niet durven zeggen. Het schijnt bij het koningsschap te horen dat ongeveer alles in nevelen gehu

Nick Hornby. Juliet, Naked. Riverhead books, 2009.

Nick Hornby is het duidelijkste voorbeeld van een feel good- schrijver. De strekking van Juliet, naked  is bijvoorbeeld niet speciaal opwekkend – het boek laat toch vooral zien hoe vergeefs ons aller streven is en het happy end  is wel het allerongeloofwaardigste deel van het boek. En toch knapt de lezer enorm op van dit boek, zoals van al Hornby's boeken. Dat komt natuurlijk door Hornby's tomeloze enthousiasme. Het boek gaat deels over een fan , een Engelse man die een groot deel van zijn leven heeft gewijd aan een Amerikaanse rockster die ermee opgehouden is (voor een ander deel gaat het over die rockster, en voor nog weer een ander deel over de vrouw van de fan die een relatie begint met de rockster). Met die fan wordt weliswaar de spot gedreven – hij zoekt van alles achter het werk dat er helemaal niet in blijkt te zitten – maar tegelijkertijd is Hornby zelf ook in alles wat hij doet een fan. Hij houdt van Charles Dickens en dus leest de rockster Charles Dickens. Je hoe

Hal Weitzman. Latin lessons: How South America Stopped Listening to the U.S. and Started Prospering. Chicago: Home Room, 2012

Hugo Chávez is dood, dat weet u ook wel. Hal Weitzman wist het nog niet toen hij zijn boek  Latin lessons publiceerde. Het lijkt me desondanks nog steeds een nuttig boek voor iedereen die iets wil begrijpen over wat er in Latijns Amerika is gebeurd in de afgelopen tien of vijftien jaar – hoe daar enkele linkspopulisten de macht hebben kunnen krijgen en deze bovendien hebben kunnen aanwenden om het continent een flink stuk sterker te maken. De belangrijkste oorzaak was volgens Weitzman: dat ze niet maar de Verenigde Staten luisterden. Ze konden zich dat onder andere permitteren doordat de VS minder belang was gaan hechten in wat er allemaal in de 'achtertuin' gebeurde, maar bovendien was de wrevel over Noord-Amerika in de loop van de tijd terecht of onterecht ook zo groot geworden dat men besloot zich te richten op andere partners dan alleen maar het noorden – op China bijvoorbeeld. Chávez was van die politiek misschien het meest uitgesproken gezicht en ook vermoedelijk (ik b

Amos Oz en Fania Oz-Salzberger. Jews and words. New Haven & London: Yale University Press, 2012.

Wat is een jood? Op de een na laatste bladzijde van Jews and words  komen de Israëlische romanschrijver Amos Oz en zijn dochter, de historica Fania Oz-Salzberger, ineens met een definitie: Who is a Jew? Whoever is wrestling with the question 'Who is a Jew?' Here is our personal definition: any human being crazy enough to call himself a Jew is a Jew.  Een opvallend woord in deze korte passage is het woord personal : hoe kunnen twee auteurs samen een persoonlijke definitie geven van een woord? We zitten daarmee precies middenin de complexe materie die Oz en Oz in dit boek behandelen. In de eerste plaats is er de doorlopende spanning van de traditie. De Joodse traditie is er volgens Oz en Oz vooral een van leraar en leerling: een eindeloze, zij het soms misschien onderbroken rij van enkele duizenden jaren van leraren en studenten, die met elkaar discussiëren, die met elkaar bekvechten, maar die er uiteindelijk voor zorgen dat de traditie niet alleen wordt doorgegeven maar

Chrétien Breukers. Het eerste gedicht. Over het lezen van poëzie.Varik: De Weideblik, 2013

"Was ik een recensent," schrijft Chrétien Breukers in zijn nieuwe boek Het eerste gedicht,  "dan zou ik zeggen dat Van Daalen een 'intrigerend en verontrustend spel van literatuur en leven speelt. Nu zeg ik: 'zelden een meer levende knekel gezien.'" Breukers is geen recensent, in dit boek. Hij bespreekt het eerste gedicht van tientallen in de afgelopen jaren geschreven bundels, maar hij wil daarbij geen recensent zijn. Dat gaat hem geloof ik vooral om het taalgebruik van recensenten; daar zet hij zich regelmatig tegen af, tegen die taal, net als tegen de taal van jyury's en flapteksten. Want Breukers is ook geen jurylid en geen flaptekstenschrijver. Maar behalve die dingen is hij verder van alles en nog wat in het Nederlandse dichtwereldje van het begin van de 21e eeuw: uitgever, dichter, beheerder van een weblog dat allerwegen wordt geroemd als hét podium voor poëzienieuws, De Contrabas .  En dat laatste is hij in Het eerste gedicht  nog het mee