Posts

Posts uit november, 2005 tonen

Michel Houellebecq. La possibilité d'une île. Paris: Fayard, 2005.

Wat een rare schrijver is Michel Houellebecq toch. Hij lijkt het idee te hebben dat het genre van de science fiction de toekomst van de literatuur vertegenwoordigt, en dat het klonen de toekomst van de mensheid is. Hij gelooft niet in de vriendschap, maar wel in de liefde, mits deze (i) gekoppeld is aan seks, óf (ii) gevierd wordt tussen mens en hond. Het verhaal van La possibilité d'une île is net zo vreemd als de verhalen van de sekte waarop het voor een groot deel gebaseerd is -- de raëlieten: een beroemd cynisch satiricus komt in aanraking met die sekte, en wordt vervolgens een van eersten die een eeuwig leven tegemoet gaat: door steeds zelfmoord te plegen en dan ruimte te geven aan een wetenschappelijk gefabriceerde jongere kopie van zichzelf. Maar tweeduizend jaar later komt de vijfentwintigste kopie erachter dat het geluk ook niet te vinden is in een leven van onthechte contemplatie. Hoe raar dit allemaal ook is, na honderd bladzijden was ik volledig meegesleept. De kracht

Tony Faber. Stradivarius. Five violins, one cello and a genius. London: Pan Books, 2004.

Antonio Stradivari was een succesvolle houtsnijder die pas op latere leeftijd het aandurfde zich helemaal op de viool te richten. Die toen nog jarenlang moest experimenteren voor hij de ideale vorm gevonden had, en die een soort vernis gebruikte dat iedereen in zijn stad kende, maar dat inmiddels volkomen onbekend is geworden. Zijn violen en cello's stonden in eigen tijd nog lang niet zo hoog aangeschreven als nu; ze werden eigenlijk populair doordat min of meer toevallig een bepaalde stijl van vioolspelen doorbrak, en doordat Stradivariusviolen daar zeer geschikt voor bleken. Ik ben wel geïnteresseerd in muziek, maar lees er niet vaak boeken over. Stradivarius is heel prettig geschreven en zit vol vaart: zowel het leven van de vioolbouwer als de gang van zes van zijn instrumenten worden verteld en gaandeweg ben ik veel te weten gekomen dat ik nog niet wist: dat Stradivarius pas tot de tweede generatie van vioolbouwers behoorde, omdat het instrument niet veel eerder werd uitgevond

Hella Haasse. Sleuteloog. Amsterdam: Rubinstein, 2003.

Dit was voor het eerst dat ik een hele roman heb beluisterd -- via de iPod die ik een paar weken geleden heb gekocht. In het begin kostte het me wat moeite om in het verhaal te komen, meer dan het geval zou zijn geweest als ik de letters voor me zou hebben gehad, maar gaandeweg raakte ik eraan gewend. Zoals ik ook gewend raakte aan de stem van Willem Nijholt, die misschien het enigszins tuttige van het milieu (een ouderwets soort intellectuelen, de hoofdpersoon is een professor emerita in de kunstgeschiedenis) extra benadrukt, bijvoorbeeld door de overdreven precieze manier waarop hij slotmedeklinkers uitspreekt. Het verhaal is niet uitzonderlijk spannend: de hoogleraar komt er gaandeweg achter dat haar beste vriendin en haar man haar in het verleden waarschijnlijk langere tijd bedrogen hebben. Daarnaast wordt er veel verteld over ons Indië in de jaren dertig, de ingewikkelde raciale verschillen die er gemaakt werden, het leven van Nederlanders in zo'n vreemde omveving. Alles bij e