Posts

Posts uit september, 2007 tonen

Marguerite Yourcenar. Mémoires d'Hadrien. Paris: Gallimard, 2005 (1951).

Afbeelding
De oude keizer Hadrianus is de zestig gepasseerd en voelt de dood naderen. Hij schrijft een lange brief aan zijn geadopteerde zoon Marcus Aurelius waarin hij zijn leven beschrijft. Die brief is dit boek, het meesterwerk van de Belgisch-Franse schrijfster Yourcenar. Yourcenar zag een overeenkomst tussen Hadrianus' tijd en de hare: de mensen geloofden in de tweede eeuw niet meer echt in de klassieke goden, maar ook nog niet echt in het christendom. De mens was op zichzelf aangewezen, net als de mens na de Eerste (en Tweede) Wereldoorlog. De lezer aan het begin van de eenentwintigste eeuw valt nog een overeenkomst op: de discussie over de multiculturele samenleving. Dat was voor Hadrianus duidelijk een ideaal. Hij wilde dat alle geloven en culturen een eigen plaats konden krijgen in zijn grote Romeinse rijk, en maakt er in Yourcenars boek ook af en toe trots gewag van dat dit is gelukt. Hij is dan ook een man die de mens liefheeft, die trots is op de menselijke maat die de klassieke

Michael Chabon. The Yiddish Policemen's Union. London: Fourth Estate, 2007.

Afbeelding
"Nine months Landman's been flopping at the Hotel Zamenhof without any of his fellow residents managing to get murdered." Een boek dat zo begint, dat moet ik lezen. Niet alleen vanwege die naam Zamenhof, maar ook vanwege de toon van die zin, en de lichtelijk absurde wending dat de bewoners van dat hotel 'in staat' zouden moeten of willen zijn om vermoord te worden. Dat viel tegen. Tot mijn verbijstering blijkt het vooral te gaan om een ouderwets soort detective. Nee, echt, ik overdrijf niet met dat woord verbijstering . U had me moeten zien zitten met dat boek in mijn hand en mijn mond open. Je verwacht dat niet, je denkt in het begin dat je je vergist, dat het heel ingewikkelde verhaal op de achtergrond toch nog wel iets meer moet zijn dan een heel ingewikkeld verhaal op de achtergrond: in Alaska is 1948 tijdelijk een veilige haven voor Europese Joden ingericht, waar men Jiddisch spreekt en in Hotel Zamenhof woont, maar die veilige haven zal in 2008 worden opgeh

Knut Hamsun. Hunger. Baden-Baden: Suhrkamp, 1978 (Sult, 1890).

Afbeelding
Vertaling: J. Sandmeier en S. Angermann Er is geen betere manier om in te zien hoe slecht je geheugen werkt, dan door een boek te herlezen. De ervaring is totaal anders, maar dat kan niet aan het boek liggen, dat is immers niet veranderd. Hoe kan het dan dat er essentiële dingen zijn die je je echt niet herinnert? Neem Honger van Knut Hamsun. Een man loopt aan het eind van de negentiende eeuw door de straten van Oslo en heeft honger. Alles, alles, alles in zijn leven staat in het teken van die honger. Een heel enkele keer verdient hij wat geld door een stuk te slijten aan een krant, maar naarmate de honger zijn geest aantast wordt dat ook steeds lastiger. Dat alles kon ik me nog herinneren van de laatste keer dat ik Honger las. Wanneer was dat? Zelfs dat weet ik niet eens meer. Minstens vijftien jaar geleden, misschien twintig, misschien nog (iets) langer. Maar er gebeurt ook van alles in het boek dat ik me helemaal niet kon herinneren, als je me een week geleden had verteld dat die

Irvin D. Yalom. When Nietzsche Wept, New York: Perennial, 2005 (1993).

Afbeelding
We zijn in Wenen en het eind van de negentiende eeuw is nabij. Friedrich Nietzsche komt op consult bij Jozef Breuer, een van de leermeesters van Sigmund Freud. Nietzsche heeft last van heftige en veelvuldige migraine-aanvallen, maar volgens zijn ex-vriendin Lou Salomé is de grote denker ook depressief en suïcidaal. Hij wil daar zelf echter niets van weten. Daarom moet Breuer hem behalve voor die migraine ook in het geniep behandelen voor zijn geestesproblemen. Hij doet dit door de rollen om te draaien en Nietzsche te vragen hém te behandelen voor 'wanhoop'. Die wanhoop blijkt echter minder gespeeld te zijn, en zo komen de filosoof en de pre-psychoanalyticus in een schaakspel terecht van angst, onuitgesproken gevoelens, eenzaamheid, opgeslotenheid, en ander heftig gevoel. Bij het einde, als de twee mannen elkaar nog eens diep in de ogen kijken en opbiechten wat ze tot nu toe voor elkaar verzwegen hebben, zwellen de dramatische vioolpartijen wel wat sterk aan. Maar in de bladzij

Miguel de Cervantes. Don Quixote. London: Vintage, 2005 (1605/1615)

Afbeelding
Vertaling: Edith Grossman Uit een enquête die de Noorse boekenclub een paar jaar geleden hield onder honderd schrijvers uit vijftig landen, bleek dat Don Quichot door velen wordt beschouwd als het belangrijkste boek van de wereldliteratuur. Ik weet bijvoorbeeld dat ook de Nederlandse dichter Lucebert meer exemplaren van dit boek in huis had dan van welk ander boek ook. En toen ik onlangs met iemand over Don Quichot sprak, verklaarde hij dat er geen belangrijker boek op de wereld is, dan dit. "Hier staat alles in." En inderdaad, er zijn in de wereldliteratuur weinig aangrijpender momenten dan die van de dood van Don Quichot, die ineens tot het besef komt dat hij eigenlijk Alonso Quichano is, een man van de lagere adel in La Mancha: het spel is uit, zijn leven is verdaan met onzin. En er zijn momenten in het boek die heel grappig zijn, en dat op verschillende manieren, van slapstick — Sancho Panza die een nacht lang het paard van Don Quichot probeert tegen te houden om te v

A.F.Th. van der Heijden. Mim of De doorstoken globe. Amsterdam: De Bezige Bij, 2007

Afbeelding
Bij A.F.Th. van der Heijden zijn alle mensen dichters. Of ze nu ruwe voetbalsupporters zijn, Rotterdamse café-eigenaressen, lieden die zichzelf zojuist met kokende olie hebben overgoten — ze blijven zich bloemrijk uitdrukken. De schrijver doet wel zijn best om een accentje te verlenen aan een enkele uitspraak ('enkelt'), maar wie niet taalvaardig is, komt zijn verhalen niet in. Zo lijken de mensen in A.F.Th's boeken altijd bezig elkaar nogal vergezochte namen en bijnamen toe te bedelen. Zo noemt de aanhang van een Rotterdamse voetbalclub hun uit Gouda afkomstige, blonde topscorer Elsinga Goud-Elsje . Movo en Zora krijgen in dit boek samen een drieling; die drieling noemen ze Mim , de Romeinse manier van hun geboortejaar schrijven. Het is al opvallend dat iemand op het idee komt een drieling als geheel een naam te geven ('We doen Mim in bad' — dan gaan ze dus alle drie), maar om die naam dan ook nog aan het jaar te doen refereren, hoe kom je derbij. Overigens speelt