Alma Mathijsen. Onderland. De Bezige Bij, 2024

 


Onderland is 'gebaseerd op waargebaseerde nachtmerries' zegt de ondertitel van dit boek, dat verder op het omslag als roman wordt aangekondigd. De nachtmerries zijn die van negen personages, of misschien wel die van de verteller Harper die zich in hen herkent, en zich die toeëigent. Als dat laatste het juiste woord is, want volgens de verteller kunnen mensen die als kind misbruik hebben ondergaan zich in elkaar herkennen:

We zijn de mensen die het leed van anderen in hun vliezen kunnen voelen, we zijn de mensen die het wildste kunnen dansen, en we zijn de mensen die zichzelf constant vergeten.

Onderland beschrijf, bezingt, tekent de gevoelens van onwerkelijkheid van iemand met een diep trauma, een trauma dat reikt tot in de vroege jeugd: je leeft in een onderland, een wereld die onzichtbaar is voor anderen, maar die ook op een bepaalde manier onbereikbaar wordt voor jezelf:

Ik zie mijn lichaam als een functioneel ding, los van mijn geest. Alles onder mijn hoofd bestaat niet. Ik kan het koud hebben zonder het te merken, dan zijn mijn handen helemaal blauw en wit, kan ik ze niet meer bewegen, pas als ik het zie, komt het in me op om een trui aan te trekken. Ik voel het niet. Daarom kan ik mezelf snijden.

Het misbruik van de personages zelf wordt nauwelijks beschreven – dat is te reëel en misschien wordt je als lezer wel geacht het 'in je vliezen te kunnen voelen'. In plaats daarvan wordt er een voortdurend spel gespeeld met fantasie en werkelijkheid, geïnspireerd door Lewis Carroll leven de personages in een absurdistisch Onderland, waar de werkelijkheid wordt vervormd of misschien zijn ware vormen toont.

Met het spel tussen onder en boven voert de verteller voortdurend een ernstig spel, zoals in de hierboven aangehaalde passage. Enerzijds leven de personages in een 'onderwereld,' waar de verteller terechtkomt door letterlijk door haar matras naar beneden te zakken. Anderzijds bevinden ze zich juist niet beneden—niet in hun lichaam, en al helemaal niet in hun onderlijf. Ze trekken zich volledig terug in hun geest: 'Alles onder mijn hoofd bestaat niet.'

Meerdere personages lijken vooral bezig om hun eigen lichaam te straffen – alsof ze dat lichaam niet zijn. Maar dat straffen doen ze dan wel om zaken, herinneringen, die natuurlijk vooral in hun hoofd zitten, waar ze verwrongen raken als de verhalen die ze vertellen, of de tekeningetjes die Mathijsen erbij heeft gemaakt. 

Daarbij krijgen ook de negatieve stemmen en gedachten een Lewis Caroll-achtig gezicht. De backlash tegen #MeToo wordt bijvoorbeeld een stem gegeven door bloemen (!) die de slachtoffers bespotten en hooghartig poneren dat ze zelf wel zullen zeggen wat ze willen zeggen.

Leven we allemaal in Onderland? Een bevestigend antwoord zou impliceren dat je andermans leed toe-eigent. Toch kun je je ook als je heel andere trauma's hebt laten rondleiden door Onderland en je er op een gruwelijke manier thuis voelen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het eerste kwart: Lize Spit, Het smelt

Freek Van de Velde. Wat taal verraadt. Een kleine geschiedenis van brein tot beschaving. Lannoo Campus, 2024.

Jan Oegema, Keizersdrama. Lucebert opnieuw, 2024