Posts

Posts uit juli, 2014 tonen

Seneca. De lengte van het leven. Amsterdam: Athenaeum-Polak & Van Gennep, 2012 (ca. 50n.Chr.)

Vertaling: Vincent Hunink Een jachtig leven, almaar druk met van alles en nog wat, werk, pleziertjes – Seneca moest er niets van hebben. Beter kon je je tijd besteden met jezelf, met een contemplatief leven, met denken over de grote vragen van het leven. De mensen klaagden wel dat het leven zo kort was, maar daarin hadden ze ongelijk. Het leven was precies lang genoeg, als je het maar niet vermorste aan allerlei onzin, zoals een politieke carriere enerzijds, of drank en seks anderzijds. Wie het leven werkelijk leefde, was in contact met zijn eigen verleden en het verleden van de mensheid – en had dus tijd genoeg. Ja, ja. Het merkwaardige is dat Seneca eigenlijk nergens argumenten geeft waarom dat eigenlijk nodig is, 'werkelijk leven'. Oké, hij heeft wat anekdotes over mensen die een leven lang druk bezig zijn geweest en aan het eind van hun leven spijt hadden dat ze dat leven hadden vermorst. Maar wat zegt dat? Hoeveel mensen staan daartegenover die probeerden te cont

Johan Huizinga. Herfsttij der middeleeuwen. Gutenberg, 2005 (2014)

Ik heb iets gedaan dat sommige mensen gruwelijk vinden: de Gutenberg-versie van Herfsttij der middeleeuwen gelezen op mijn e-reader. De schrijver Marcel Möring schreef laatst nog afkeurende woorden over de gebrekkige verzorging van die e-boeken: wat een barbarij! Hoe kan iemand zoiets lezen, met al die rare afbrekingen, die pagina's die er zo raar uitzien! Mij interesseert het niet of nauwelijks. Ik heb de Herfsttij zelfs ook op papier, maar de elektronische versie was nu even handiger: ik las het boek terwijl ik op reis was. En ik ben na "Het is meestal de oorsprong van het nieuwe, wat onze geest in het verleden zoekt", de eerste zin van het 'voorbericht', al vergeten dat ik naar een klein grijs schermpje met iets donkergrijzer Times New Roman zit te kijken. De zinnen van Huizinga – die roepen inmiddels meerdere lagen van historisch besef op. Daar is de oorspronkelijke laag, die je nog steeds magistraal de Bourgondische veertiende en vijftiende eeuw in voert, t

Simon Critchley. How to stop living and start worrying. Conversations with Carl Cederström. Cambridge: Polity Press, 2010

Doe Ik ook eens een keer wat de TV mij opdraagt. Ik zag een programma waarin Stine Jensen Simon Critchley aanprees als 'een van de interessantste filosofen van deze tijd', dus haalde ik meteen het boek op van een elektronisch boekenstalletje dat ze daarbij omhoog hield: How to stop living and start worrying . Ik had nog nooit iets van Critchley gelezen, ongeletterd als ik ben, maar ik wist wel dat hij een Britse beoefenaar is van de zogeheten 'continentale filosofie'. Dat zijn natuurlijk de beste. Dacht ik. Maar wat valt dit boek dan tegen. Het wordt gepresenteerd als een inleiding in Critchleys ideeënwereld: in een serie vraaggesprekken gaat Carl Cederström met Critchley door zijn tot 2010 verschenen boeken heen. Misschien dat die eigenlijke boeken interessanter zijn, maar in de interviews maakt Critchley vooral de indruk iemand te zijn die goed Heidegger en Levinas kan samenvatten in zijn eigen woorden, waarbij fuck een van die eigen woorden is. Erg veel interessante

Simon Schama. The Story of the Jews. Finding the Words, 1000 BC-1492 AD. Haper/Collins, 2014.

Ik wist soms niet zo goed wat ik aan moest met deze geschiedenis van de joden tot het einde van de middeleeuwen. Het onderwerp vind ik interessant, daar ligt het niet aan. Dit boek krijgt overal waar ik kijk goede recensies. Simon Schama is een beroemde en vooraanstaande historicus. En ik kan ook echt de kwaliteiten van dit boek zien. Schama zoomt tijdens de geschiedenis steeds op individuele personen in – beroemde als Maimonides, maar ook veel minder bekende – en hij haalt daarbij allerlei verrassende dingen naar boven. Ik wist bijvoorbeeld niet dat Jahweh drieduizend jaar geleden een vrouw had, dat mannen en vrouwen in de sjoel zo'n tweeduizend jaar geleden waarschijnlijk door elkaar zaten, en dat die synagoges bovendien ruimhartig van mozaïeken waren voorzien, met allerlei afbeeldingen. Schama deconstrueert, kortom, zoals dat heet de joodse identiteit. Geen enkele traditie is echt drieduizend jaar oud en zo door Mozes aangedreven. Nee natuurlijk niet! Iedere menselijke oer

Willem Frederik Hermans. De tranen der acacia's. Amsterdam: De Bezige Bij, 2013.

De tranen der acacia's was misschien wel het eerste literaire boek dat ik ooit gelezen heb, dat moet nu ruim dertig jaar geleden zijn. Sindsdien heb ik het nooit meer ingezien. Ik herinnerde me natuurlijk nog wel dat verschillende personages in het boek met elkaar naar bed gaan. Wat ik me niet herinnerde, is dat De tranen der acacia's een boek is dat gaat over de vrouwelijke seksualiteit, of eigenlijk over de manier waarop een man die beleeft. De vrouwen in dit boek zijn bijna allemaal bedreigend, griezelig of opdringerig. Arthur Muttah leeft met zijn zus Carola en zijn oma in een huis in Amsterdam. Ze bedriegen of haten hem allebei, of in ieder geval denkt hij dat. Vrijwel alle andere vrouwen zitten achter hem of achter de andere mannelijke hoofdpersoon Oskar Ossegal aan: allebei de mannen gaan in het boek met een vrouw naar bed hoewel ze er eigenlijk geen zin in hebben, maar omdat de vrouw het graag wil, en ze bang zijn voor die vrouw. De enige vrouw van wie ze allebe

Giovanni Boccaccio. Decamerone. Amsterdam: Athenaeum-Polak & Van Gennep, 2009 (1353)

Vertaald door Frans Denissen Decamerone betekent 'tien dagen'. Ik heb er vijf jaar over gedaan om dit boek te lezen. Nu heb ik tussendoor weliswaar ook andere boeken gelezen, maar dit boek was in die tijd altijd wel in de buurt. Ik ga het nog missen – of niet, want ik houd het natuurlijk gewoon op mijn telefoon. Ik ben begonnen in een Duitse vertaling die ik nu ik dit schrijf niet bij de hand heb, maar ben op een bepaald moment overgestapt op het origineel in combinatie met de bijzonder prettige vertaling van Frans Denissen. Dat ik niet opschoot, was niet omdat het boek zo moeilijk is, of zo saai, of me tegenstaat. Integendeel, met de honderd verhalen die het boek telt – elke dag worden er tien verteld door een groep vrouwen en mannen die zich hebben teruggetrokken uit het door de pest getroffen Florence – wordt je langzaam een wereld ingetrokken: een wereld van de veertiende eeuw waarin totale hemele ordening van de wereld die Dante niet veel eerder had bezongen in zij

Jordan Ellenberg. How Not To Be Wrong. The Hidden Maths of Everyday Life. Penguin, 2014.

Hoe moet je een vak populariseren? Dat is een onderwerp waarover ik natuurlijk weleens nadenk; ik ben er bij betrokken als producent, als het om taalkunde gaat, en als consument, als het om wiskunde gaat. Wiskunde, en dan vooral getaltheorie, is een onderwerp dat mij als leek mateloos fascineert, waarbij de nadruk toch wel moet liggen op het lekendom. Ik heb nu toch al aardig wat boeken over wiskunde gelezen, maar ik kom bijna nooit een stap verder. Dat ligt er onder andere aan dat ieder boek weer van voren af aan begint, en dus nooit genoeg ruimte heeft om echt verder te komen. Ik zou dan misschien een 'echt' wiskundeboek moeten gaan lezen, maar ik heb geen idee welk boek dat zou moeten zijn. Ik ken de weg niet. Dit nieuwe boek van de Amerikaanse wiskundige Jordan Ellenberg is bij vlagen heel irritant. Dat komt onder andere doordat het zich min of meer in de traditie plaatst van de populaire economieboeken van het afgelopen decennium van het type freakonomics:  het gaat ov