Lize Spit. Autobiografie van mijn lichaam. Das Mag, 2024.

 


"Ik ben al een vertelstructuur aan het bedenken", schrijft Lize Spit in Autobiografie van mijn lichaam over het moment vlak nadat ze van haar moeder heeft gehoord dat die slokdarmkanker heeft, "waarin ik je naderende einde kan kaderen, ik wil een eindbeeld vastleggen, een scène, een zin."

Het boek, de vertelstructuur, is, zo blijkt uit dit boek, voor Spit een manier om het gevecht met het lichaam aan te gaan. Want met de taal kan ze de twee dingen die in die zin genoemd worden en die het lichaam niet kan: kaderen en vastleggen.

Op het eerste oog lijkt Autobiografie van een lichaam een heel ander boek dan Spits eerdere werk, waarin bijvoorbeeld het plot een belangrijke rol speelt. In dit boek is het plot heel eenvoudig – aan het begin wordt de dood van de moeder aangekondigd, aan het eind overlijdt zij. In plaats daarvan komt een dichterlijke toon – een stroom vergelijkingen, waarmee de schrijver probeert de situatie op te tillen. Als Lize heeft gelezen hoe verschrikkelijk het einde van een patiënt aan slokdarmkanker kan zijn besluit ze het niet aan haar moeder te vertellen:

Zij geeft de maat aan, zij bepaalt wat ze gelooft. Ik kan niet anders dan de dikte van mijn garen aanpassen aan het nauwe oog van haar naald.

Autobiografie van mijn lichaam geeft voor mij een van de krachtigste beschrijvingen van een ziekbed en een sterfbed die er zijn, maar daarnaast gaat het ook over de op zijn zachtst gezegd ongemakkelijke relatie van de schrijver met haar lichaam. Ergens aan het begin past ze het zelf samen:

Korte geschiedenis van mijn lichaam: nooit een kind gebaard, traag werkende schildklier, artrose in linkerknie, tandglazuur zo zacht als peperkoek, chronische maagontstekingen, complexe linkerkniefractuur, voorstadium van baarmoederhalskanker, linkerpols, gebroken, diabetes type 1, linkerwijsvinger gebroken, kleine rechterteen gebroken, zona. Korte geschiedenis van mijn hoofd: schuldgevoel, depressie, slapeloosheid, angst voor controleverlies, nooit een kind gebaard.

Bijna al deze zaken worden vervolgens in detail uitgewerkt. Alleen dat 'nooit een kind gebaard', daarover zegt ze niet veel. Tegelijkertijd noemt ze het hier twee keer, aan het begin en het eind, om te benadrukken hoe belangrijk het is. Spit weet precies wat ze doet.

Want hoe intens verdrietig de aanleiding van het boek ook is, en hoe goed Spit de ellende en de zompigheid ook weet over te brengen – je zit daar echt aan het ziekbed, je voelt echt de insulinespuit in je vetrolletjes –, de Autobiografie is tegelijkertijd een triomf, van de taal en van de kunst. Spit neemt het genre van de memoir en verdiept het enorm. Zulke intimiteit, zulke walging over het eigen lichaam, ik geloof niet dat ik dat ooit gelezen heb. Deze schrijver was al een meester van het goed geconstrueerde verhaal – als ze over zichzelf begint te schrijven, doet ze het ook meteen goed.

Ze moet over heel veel eigen grenzen heengegaan zijn om dit prijs te geven. Om nog maar een klein detail te noemen: dat ze bekent hoe ze iedere week ervoor zorgt dat haar haren het grote volume krijgen dat ze hebben om zich daarachter te verstoppen: ze is niet langer een lichaam met een klein hoofdje, maar een hoofd met een lichaampje. Dat is op zich alweer een mooie metafoor in een boek dat gaat over denken en het lichaam, maar het betekent ook dat de schrijfster, de Lize Spit van vlees en bloed, hiermee een wapen uit haar handen heeft gegooid. 

Er is in de literatuur en in de filosofie de laatste tijd meer aandacht voor het menselijk lichaam, en dat is natuurlijk een goede zaak, maar het wordt soms zo voorgesteld alsof dat een bevrijding zou zijn van het geestelijke – het denken en de taal komen óók maar voort uit het lichaam, we moeten niet gaan leven in de illusie dat er een apart domein is voor de geest. Maar natuurlijk is de taal het enige wat we delen, en natuurlijk kun je een lichaam, met alle kwalen en problemen, in ieder geval een beetje redden door het op te tillen. Door een vertelstructuur te bedenken, om te kaderen en vast te leggen. 

Dat heeft Lize Spit in dit boek meesterlijk gedaan.  


Reacties

Populaire posts van deze blog

Het eerste kwart: Lize Spit, Het smelt

Safae el Khannoussi. Oroppa. Pluim, 2024.

Freek Van de Velde. Wat taal verraadt. Een kleine geschiedenis van brein tot beschaving. Lannoo Campus, 2024.