Albert Sánchez Piñol. Nachtlicht. Amsterdam: Cossee, 2005 (La pell freda, 2003).
Een jonge Ier zal na de onafhankelijkheid van Ierland een jaar als 'weerkundige' doorbrengen op een klein eiland in het Zuidpoolgebied. De enige andere levende ziel die hij er aantreft op de dag dat hij aankomt is een enigszins gestoorde vuurtorenwachter. De Ier gaat gezellig in zijn hut bij het strand zitten, maar 's nachts wordt hij belaagd door mansgrote kikkerachtige monsters die hem willen vermorzelen. Hij kan niet overleven dan wanneer hij intrekt in de vuurtoren, waar hij erachter komt dat de vuurtorenwachter met een vrouwtjesreuzenkikker naar bed gaat. Die vuurtorenwachter is trouwens een Oostenrijker die luistert naar de naam Battís Caffó. Toch wordt ook de vuurtoren steeds meer belaagd door duizenden van die reuzenkikkers. Nooit gedacht dat ik ooit een boek met een dergelijk verhaal zou lezen – ik die altijd te pas en te onpas verkondig dat ik niet van sprookjes houd. Maar dit heb ik in anderhalve avond verslonden: wat een wonderlijke schrijver van wie je a...