Rolf Hosfeld. Tucholsky. Ein deutsches Leben. München: Siedler, 2012.
Stalkers menen soms dat ze recht hebben op hun object van bewondering omdat ze denken er zoveel op te lijken: al hun gedachten worden immers ook door de bewonderde held uitgedrukt? Heeft die held dan soms geen toegang tot hun hoofd, en hebben zij dan niet omgekeerd evenveel recht op het zijne? Dat zij maar krabbelaars zijn en niets hebben gedaan dat zelfs maar in de buurt komt van wat de gestalkte heeft gedaan, dat doet er niets toe. Wat ben ik blij dat Kurt Tucholsky al meer dan dertig jaar dood was toen ik geboren werd, want wat had ik hem anders gestalkt. (Hij stierf zo'n beetje op de leeftijd die ik nu heb.) Wat ik nu precies met hem gemeen denk te hebben, kan ik niet zeggen. Hij heeft om te beginnen onvergelijkelijk veel meer ellende over zich heen gekregen dan ik: de Eerste Wereldoorlog om te beginnen, en een haarscherp aanvoelen van de politieke situatie in de jaren twintig en vroege jaren dertig (hij stierf in 1935) daarna. Bovendien was hij een grote, zeer talentvol...