Garry Kasparov. How life imitates chess. London: William Heinemann, 2007.
Zijn schakers bijzonder intelligent? Als schaken een denksport is, zou de beste schaker dus ook het best moeten denken. Toch blijken de meeste schakers, ook de allerbesten, helemaal niet zo geschikt voor het leven buiten de vierenzestig velden. Is Garry Kasparov, volgens de voorkant van het boek 'the most succesful chess player of all time' een uitzondering? Twee jaar geleden gaf hij het schaken eraan om politicus te worden, om Rusland te redden van de 'tyrannie' waarin volgens hem Poetin en de zijnen het land dreigen te storten. Toen kondigde hij dit boek al aan, en hij is ook regelmatig in het nieuws als een van de sleutelfiguren van de oppositie; al is het maar omdat hij af en toe wordt vastgehouden door Poetins politie. How life imitates chess is een vreemd boek, dat niet weet wat het wil zijn: een autobiografie van Kasparov, een handleiding voor managers (Kasparov heeft regelmatig trainingen gegeven voor managers over hoe schaakstrategiën in het bedrijfsleven zoud...