Tommy Wieringa. Joe Speedboot
Er wordt wel beweerd dat je je spieren al kunt trainen door alleen maar aan lichamelijke activiteit te denken. Als dat zo is, heb ik sinds ik Joe Speedboot gelezen heb, een enorm krachtige rechterarm ontwikkeld. De verteller, Frans Hermans ofwel François le Bras, kan sinds een ongeluk geen lichaamsdeel meer controleren, behalve zijn rechterarm. Met die ene arm moet hij het leven pakken, en dat doet hij ook uit alle macht: hij draait er papierbriketten mee, schrijft de geschiedenis van zijn dorp Lomark en wordt een succesvol armworstelaar.
De geschiedenis gaat vooral over een jongen die als nieuwkomer het dorp inkomt, die bommen maakt en een echt werkend vliegtuig, en die zichzelf een naam gegeven heeft: Joe Speedboot. Ook Fransjes carrière als armworstelaar geschiedt onder aanvoering en training van Joe.
Doordat de personages zo excentriek zijn, doordat een ervan lichamelijk gehandicapt is, doordat het (arm)worstelen er zo'n belangrijke rol in speelt, doordat er zo'n sterk vitaal gevoel uit spreekt, doet Joe Speedboot me af en toe denken aan de boeken van John Irving, waarin die ingrediënten ook allemaal een rol spelen. Toch is de sfeer anders, Hollandser, je voelt het leven in een dorp aan de rivier:
- Dag jongen, zegt ma wanneer ze 's morgens binnenkomt. Eerst maar 's een lekker bakje.
Daartoe brengt zij een thermoskan van verbleekt plastic mee waaruit zij sterke koffie schenkt. Koffie drink ik met een rietje, evenals andere hete dranken die brandwonden veroorzaken wanneer ze omvallen in je schoot. Het liefst heb ik rietjes met ribbels die zich laten buigen tot een hoek van vijfenveertig graden. Ma heeft mijn bed opgemaakt en komt aan tafel zitten.
Reacties