Mark Boog. De helft van liefde. Amsterdam: Cossee, 2005.

Nadat ik zijn vorige boeken gelezen had, heb ik in Neder-L een stukje geschreven om uit te leggen waarom ik Mark Boog bewonder, maar De helft van liefde is niet zijn beste boek. Dat komt doordat er een vrouw in voorkomt. Die vrouw is volgens de flaptekst 'zo nuchter als brood' en dat bederft de pret.

Net als in zijn eerdere romans is de hoofdpersoon die in zijn eigen hoofd zit opgesloten, nee, laten we maar gerust zeggen, aan wie een steekje loszit. In dit geval gaat het om de lijstenmaker Mannes Delft, die (waarschijnlijk) een dochtertje verzonnen heeft, haar daarna heeft laten sterven in een auto-ongeluk, en nu in de rouwperiode die erop volgt zijn vrouw dreigt kwijt te raken. Mannes is een volkomen geobsedeerde figuur, die in archaïsche zinnen in zichzelf praat en met anderen voornamelijk communiceert in de vorm van lange monologen:

«'Ja!' begon hij zodra de gelegenheid zich voordeed. 'Daar zegt u wat. Nut. Niet, zelfs nooit, uit het oog verliezen, zelfs al neigt het oog —lui, gemakzuchtig, hedonistisch als het is — naar schoonheid, zelfs al wil het voortdurend afdwalen. Roep het tot de orde! Schoonheid is niets bijzonders. U zult dat misschien niet met me eens zijn, of juist wel, maar het is toch zo. Schoonheid is niets bijzonders. Nut wel. Ik heb — en ik ben hierin geen uitzondering, vermoed ik — mooie momenten gekend in mijn toch waardeloze leven, redelijk veel zelfs, maar geen nuttige. Hieruit volgt weliswaar dat mijn leven mislukt is, maar dat is geen reden om de feiten niet onder ogen te zien. Zonder de feiten zijn we nergens.»

In de vorige boeken kwam eigenlijk alleen de raaskaller aan het woord, maar De helft van liefde is een klassiekere roman, en hier komt voor de helft de vrouw van Mannes aan het woord (die ook nog Femke heet - de man heet Mannes, de vrouw Femke, voel u hem?). Omdat die vrouw zo nuchter is, zijn die passages nogal saai, en wat mij betreft ook nogal overbodig. Nou ja, helemaal nuchter is ze niet, maar dat dan toch vooral omdat ze zich door Mannes heeft laten meeslepen. Zelf zal ze zich niet aan dit soort erupties wagen. De helft van liefde is daarmee maar voor de helft een geslaagd boek.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.