Friedrich Nietzsche. Ecco Homo. Wie man wird, was man ist. Gutenberg.org (1908)
Nu is Ecce homo in de eerste plaats een lyrische lofzang op een ander boek van Nietzsche, Also sprach Zarathustra. Dat is werkelijk het briljantste meesterwerk ooit geschreven, het overtreft Dante en Shakespeare, het laat de Duitse taal voor het eerst werkelijk leven, het zal nog vele generaties bestudeerd worden en hopelijk nog lang net helemaal tot in de diepste diepten begrepen. Er is geen groter man dan de schrijver van Zarathustra, meent de schrijver van Ecce homo.
Nietzsche draagt een levenshouding uit die zo min mogelijk nederig is: de mens is het grootste wat er is, lééf daar dan ook naar. In Ecce homo legt hij rekenschap af van zijn levenspad tot op dat moment — hij is dan ongeveer even oud als ik nu ben, en dit is zijn laatste boek, hoewel hij nog een jaar of twaalf te leven heeft. Hij meent zelf dat hij de oplossing van de grote problemen ontdekt heeft, en dat is fijn voor hem. Bovendien kun je je er als lezer prettig in laten meeslepen. Maar inmiddels is geloof ik toch wel duidelijk dat die levenshouding geen uitkomst biedt: zo ongelooflijk vrij en machtig zijn de mensen niet. Er is misschien geen God, maar dat betekent nog niet dat wij goden zijn. We hoeven ons niet te vernederen, we kunnen ons niet verheffen.
En tegelijk besef ik dat ik met dezelfde hoeveelheid levenservaring als Nietzsche toch wel tot minder diepe inzichten gekomen ben. Ik moet binnenkort Zarathustra toch maar eens lezen.
Reacties