Uwe Timm. Vogelweide. Random House, 2013.

Ik weet het wel: dit boek zal de Duitse literatuurgeschiedenis niet ingaan. Het is een boek over de liefde, maar het gaat daarbij voor veel lezers teveel over het idee liefde. Allerlei aspecten van de liefde worden erin belicht: van internet-daten tot en met de middeleeuwse hoofse liefde, van het heilig idee van het huwelijk tot en met de one-night stand.

Vogelweide is het verhaal van een man, Eschenbach, die een buitenechtelijke relatie begint met de vrouw van een bevriend echtpaar en daarbij alles verliest: niet alleen zijn vrouw, en de minnares, maar ook zijn bedrijf, zijn huis. Alleen de vriend van het bevriende echtpaar verliest hij ironischerwijs niet, die vriend probeert hem zelfs te helpen op een manier die me aan Grunberg doet denken, al kan ik niet goed uitleggen: hij biedt Eschenbach aan om zijn Saab te kopen om hem deze dan in permanente bruikleen te geven. Uiteindelijk neemt Eschenbach echter een baantje aan op een Rottumerplaat-achtig, onbewoond Waddeneiland, als vogelwacht.

Daar komt de vriendin van eertijds hem opzoeken: dat is het raam van de vertelling, dat wordt ingevuld met herinneringen aan de eerdere liefdes en aan allerlei overwegingen. Die het boek dus zelfs voor de o zo serieuze Duitse literaire kritiek te intellectueel maken. De personages zijn te bleek, te veel ondergeschikt aan het boek.

Maar toch, maar toch.

Mij ontroerde het verhaal – vooral de laatste bladzijden – enorm. Misschien omdat verhalen over verloren liefdes mij toch al ontroeren en om de een of andere reden (een rare kronkel in mijn autobiografie die nauwelijks valt uit te leggen, iets van lang geleden; nee, niet wat u nu denkt) verhalen over verloren liefdes in het Duits nog veel meer. Dat de personages inderdaad wat bleek zijn – Berlijnse gegoede middenklasse, meer kom je eigenlijk niet te weten – helpt zelfs juist: zo kun je projecteren wat je wil. Bij te uitgewerkte personages begin je je toch altijd een beetje af te vragen hoe iemand daar nu op kan vallen.

En bovendien wordt het zo een beetje een Elkerlyk-verhaal: wat tobt de mens, wat tobben wij allen toch met de liefde, met dat uiterst wonderlijke mengeling van gevoelens met allerlei ideeën over hoe het hoort en hoe het juist is. Over die explosieve mengeling van ideeën en gevoelens gaat Vogelweide volgens mij: hoe onze ideeën over de ware en over trouw, en over hoe het allemaal hoort te zijn, het uiteindelijk soms totaal verpesten. En dat het ook geen oplossing is om dan maar alleen 'je gevoelens te volgen'.

Ik ben bang dat de critici daarvan alleen de ideeën hebben gezien. Ik hoop dat het boek er niet om vergeten wordt.

 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.