H.M. van den Brink. DIJK Amsterdam: Augustus, 2016

Het is ongelofelijk dat sommige dingen verdwenen zijn. Nooit heb je gemerkt dat ze aan het verdwijnen waren, ze leken bedoeld voor de eeuwigheid en ineens besef je: ze zijn er niet meer. Wat ooit belangrijk was, blijkt er toch in het geheel niet toe te doen, althans de mensen interesseert het eigenlijk niet. Terwijl je, als iemand het voor zou stellen als iets nieuws, je zou kunnen denken: ja, waarom niet.

In Dijk roept H.M. van den Brink een wereld op waarvan ik alleen als kind een staartje van heb meegemaakt en die me desalniettemin met een zekere weemoed vervulde: die van de middenstand met zijn aluminiumdoppen en papieren zakjes, van de groenteboeren en de kruidenieren. En die van de mannen van het IJkwezen die de middenstand controleren om te zien of ze hun maten wel eerlijk gebruiken.

Van de Brink beschrijft die wereld niet eens als alleen maar positief. Hij laat subtiel zien hoe hard hij kon zijn voor iedereen die ook maar een klein beetje buiten de norm viel. Maar hij beschrijft de rechtlijnigheid in zulke frisse kleuren alsof je in een film zit van Alex van Warmerdam naar een roman van Bordewijk.

De verandering die hij beschrijft lijkt me er vooral een van het abstracter worden van de norm. Die strenge, strikte maten en gewichten van de jaren zestig waren gebaseerd op concrete objecten. Het werk van de mannen van het ijkwezen bestond eruit om een Platonisch ideaal uit te dragen, maar ze deden dat met concrete gewichtjes in hun tas die uiteindelijk waren afgeleid van een concreet model dat in Parijs lag. Tegenwoordig zijn die maten abstracter geworden en gebaseerd op natuurwetten die overal hetzelfde zijn. Tegelijk is hun naleving zoals de verteller zegt 'geprivatiseerd'. De norm is overal en hij is tegelijk nergens meer.

Het mooiste aan dit boek, de reden waarom ik het al dagen aan iedereen aanraad als vakantieboek, is echter de fraaie kraakheldere sfeer en het decor. Ik las onlangs dat het bij een roman uiteindelijk meer gaat om de plaats waar het zich afspeelt dan om de karakters of het verhaal, en dat lijkt me zeker het geval voor DIJK. Ik heb de vroege jaren zestig zelden zo sterk gevoeld, het Noord-Holland van die jaren zelden zo helder voor me gezien als in dat boek. Ik geef niet eens speciaal om die periode, of om die regio. Maar wat Van den Brink ervan laat zien is adembenemend.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.