Posts

Posts uit september, 2024 tonen

Ton den Boon. Lucebert, de nar en zijn dubbelganger, 2024.

Afbeelding
  In het werk van Lucebert zijn nog altijd genoeg zaken te ontdekken, zoals Ton den Boon laat zien in zijn fraaie essay Lucebert, de nar en zijn dubbelganger.  Het is niet moeilijk om in het oeuvre gedichten te vinden waar op de keper beschouwd niemand een snars van begrijpt, donkere spelonken in de omvangrijke mergelgrotten die het werk zijn.  En soms weet iemand ineens een zaklantaarn in zo'n spelonk te schijnen. Ton den Boon lukte het deze keer dus met een mooi uitgegeven en fraai geïllustreerd boekje. Hij laat zien dat in het beeldende werk regelmatig een figuur opduikt van een nar, een narrenpersonage met een soort spiegel waarin een heel ander gezicht te zien is. Dat is een klassiek beeld, maar als je erop gaat letten, zie je het voortdurend bij Lucebert terug. De zojuist genoemde fraaie illustraties zijn dan ook een heleboel tekeningen van Lucebert die dat laten zien. Maar ook in de poëzie duikt de nar  op – in de allereerste bundel wordt hij al twee keer expl...

Het eerste kwart: Manon Uphoff, Vallen is als vliegen

Afbeelding
Vallen is als vliegen is het boek dat ik al het vaakst gelezen heb uit de lijst van 50 die ik dit jaar lees: toen het verscheen, ongeveer vijf jaar geleden, en twee jaar geleden, toen ik tijdens de zomer het hele oeuvre las of herlas (en daarover schreef op Neerlandistiek ), en een half jaar geleden, als voorbereiding op een gesprek met de schrijver voor Onze Taal . En nu dan nog een keer, want er valt iedere keer wat te ontdekken in dit zeldzaam rijke boek. Deze keer valt me vooral op hoe goed de verwarring precies wordt duidelijk gemaakt: de verwarring van herinneringen, de verwarring van gevoelens. Je komt als lezer van Vallen is als vliegen helemaal niet te weten wat er nu precies is voorgevallen, in de slaapkamers van de dochters, nadat de vader die betrad: hoe het misbruik nu precies verliep. Dat heeft misschien te maken met discretie, en misschien met een weerzin tegen het misbruik dat de lezer zo ook nog eens zou kunnen maken van de lezer. Maar het heeft minstens evenveel te...

Ewoud Sanders. 'Jood'. De vergeten geschiedenis van een beladen woord., 2024.

Afbeelding
  Er zijn vermoedelijk geen woorden waarover zoveel is geschreven als over Jood.  Althans, dat meent Ewoud Sanders, en als er iemand is die dat weten kan, is hij dat – de Nederlandse historicus die het allermeest weet over taal. Sanders is zelf ook al heel lang bezig geweest met het onderwerp. Twintig jaar geleden deed hij al onderzoek naar 'het beeld van Joden in de Nederlandse taal, hij wilde er zelfs op promoveren. Er waren toen overigens allerlei problemen – het Meertens Instituut in Amsterdam wilde zijn netwerk van informanten liever niet met dit gevoelige onderwerp confronteren – en het onderzoek sneeuwde een beetje onder. Hij promoveerde uiteindelijk op een in de verte verwant onderwerp: kinderverhalen over jodenbekeringen. Maar de vraag wat voor beeld er nu precies opduikt van de Nederlandse kijk op joden als je naar de gebezigde taal kijkt, bleef hem bezighouden.  En nu, in tijden waar het antisemitisme weer zoveel reëler is, nam hij het toch weer op. Dat is volk...

Astrid Holleeder, Judas. Een familiekroniek, 2016

Afbeelding
  Sommige verhalen moeten echt non-fictie zijn. Het verhaal van Judas bijvoorbeeld, dat verliest van alles zodra je er maar een beetje fictie van maakt. Het is het verhaal van een intelligente vrouw die opgroeit in een gezin dat eerst decennialang gedomineerd wordt door een drankzuchtige en gewelddadige vader en daarna door een criminele en moorddadige broer – een zus die jarenlang worstelt en dan besluit haar broer aan te geven bij de politie en in het grootste geheim op te nemen wat broer en zus met elkaar bespreken.  Het is een situatie die heel lastig is om je in te leven, en een karakter dat ook heel lastig te begrijpen is. Hoe is het om van iemand te houden van wie je beseft dat hij je zal vermoorden als hij de kans krijgt? Hoe is het om te beseffen dat je op allerlei manieren lijkt op een psychopaat? Het is best mogelijk te begrijpen hoe iemand een dergelijk personage te verzinnen in een roman. Het is bijna onmogelijk te begrijpen hoe het is om zo iemand te zijn. Je moe...

Het eerste kwart: Rachida Lamrabet, Vertel het iemand

Afbeelding
Als iets de Nederlandstalige romankunst aan het begin van de 21e eeuw karakteriseert is het geloof ik: de wil van de schrijvers om onvertelde verhalen te vertellen, verhalen die tot nu toe taboe waren, verhalen die simpelweg vergeten waren, verhalen die niemand de moeite waard vond, alsnog een vorm te geven. Natuurlijk zijn de boeken die ik dit jaar lees geen willekeurige steekproef – ik heb ze immers geselecteerd. Maar daarbij heb ik voldoende arbitraire criteria ingebouwd (uit ieder jaar precies twee boeken, geen tweemaal dezelfde schrijver, voldoende diversiteit volgens allerlei dimensies) om het al te persoonlijke er ook weer uit te laten. En dus zijn de patronen die ik zie niet helemaal willekeurig. Een lijn van onvertelde verhalen zijn die van de Eerste Wereldoorlog, waarvan we het afgelopen kwart eeuw hebben herdacht dat ze honderd jaar geleden woedde, en die nooit eerder zo beschreven was als in Godenslaap van Erwin Mortier of Oorlog en terpentijn van Stefan Hertmans. E...

Tonnus Oosterhoff, Mond vol dobbelstenen, 2024

Afbeelding
  Mond vol dobbelstenen.  Natuurlijk kun je proberen uit te pluizen wat die titel 'betekent'. Waarom stopt iemand ooit zoveel dobbelstenen in haar mond dat deze vol komt te zitten? Staan die dobbelstenen voor de willekeur? Wekt de dichtbundel die hier uit de mond van de bard Tonnus Oosterhoff komt rollen niet ook de indruk van willekeur – er zijn geen afdelingen, gedichten staan door elkaar, zonder duidelijk verband, zoals minstens sommige gedichten lijken te bestaan uit rijtjes woorden?  Maar vooral: klinkt de woordgroep mond vol dobbelstenen  niet heel lekker? De recensenten die ik heb gelezen over Mond vol dobbelstenen  geven meestal toe met hun handen in het haar te zitten. De gemiddelde recensie van een dichtbundel probeert dan ook nog altijd de puzzel op te lossen die gedichten kennelijk zijn: wat wil dichter hier nu eigenlijk zeggen? Welke boodschap zit er in deze tekst? Terwijl poëzie, bijvoorbeeld van Oosterhoff, vooral taal die bijzonder is. En al...

Arnon Grunberg, Zevenpoot, 2024

Afbeelding
  Zevenpoot  is het grappigste boek dat ik in jaren gelezen heb: een boek voor volwassenen met volwassen thema's (asielcentra, witte privileges, pedojagers, ze komen allemaal voorbij) van een gelauwerd literair auteur, maar met de onbekommerdheid van een kinderboek – en dan ook nog eens geïllustreerd door Thé Tjong-King.  Het is het verhaal van meneer en mevrouw Knoblauch van wie het zoontje onooglijk klein is én acht benen heeft, tot een progressief kunstenaarscollectief hem komt lenen om hem tentoon te stellen in het Stedelijk Museum onder de titel 'Wit privilege met zeven benen'. Omdat het kunstenaarscollectief nu eenmaal wat ruwe omgangsvormen heeft bij het streven naar kunst, breken ze per ongeluk een van de benen af, en daarna wordt het jongetje Zevenpoot genoemd. De overheid komt er op een bepaald moment achter dat het jongetje in het hotel bivakkeert – zijn ouders mogen er niet bij zijn en slapen samen in een tent of, later, bij een dame die hen als knechten gebru...

Het eerste kwart: Joke van Leeuwen, Hier

Afbeelding
Misschien komt het doordat ik weet dat Joke van Leeuwen óók een groot aantal kinderboeken heeft geschreven, maar ik geloof dat ze zich in haar boeken voor volwassenen iets permitteert dat weinig schrijvers nog durven: een mooi verhaal vertellen. Een verhaal dat zich helemaal niet per se hoeft af te spelen op een plaats die aanwijsbaar is op de kaart – ook al vinden veel personages uitgerekend de plaats waar ze zich bevinden en de plaats waar ze vandaan komen heel belangrijk. Een verhaal dat weliswaar allerlei problemen uit onze eigen tijd aanraakt – het absurde wantrouwen tegen vreemdelingen bijvoorbeeld, ook als die vreemdelingen slechts een paar kilometer verderop liggen, simpelweg omdat we nu eenmaal een grens hebben getrokken –, maar waarvan je toch ook niet kunt zeggen dat het deze bekritiseert. Een boek, kortom, waarvan de volwassen recensenten zich afvragen 'wat heb ik eigenlijk gelezen?' of 'waarom moest dit geschreven worden?' omdat het antwoord zo ongebru...

Het eerste kwart: Maxim Februari, Klont

Afbeelding
De ideeënroman is in de Nederlandse literatuur geen heel erg levendig genre, al kent het wel een paar klassiekers: Bint van Bordewijk, bijvoorbeeld, en Mystiek lichaam van Frans Kellendonk. Klont van Maxim Februari hoort er ook bij: een boek dat je eerder leest vanwege de indringende manier waarop ideeën met elkaar worden geconfronteerd dan omdat je zo graag wil weten hoe het nu eigenlijk met de hoofdpersoon afloopt. Er wordt geen keuze gemaakt tussen de verschillende opvattingen, in een goede ideeënroman, er wordt door verschillende personages alleen op allerlei manieren nagedacht. Als je Bint , Mystiek lichaam of Klont hebt gelezen weet je niet wat Bordewijk van de strenge opvoeding dacht, Kellendonk van het katholieke geloof of Februari van de roman. Klont heb ik sinds het verschijnen, ongeveer 7 jaar geleden, inmiddels drie keer gelezen, en ik denk er steeds een beetje anders over. Over de roman. Over deze roman. De roman is een van de thema's waarover uitvoer...

Salman Rushdie, Knife. Meditations after an attempted murder, 2024

Afbeelding
  Twee jaar geleden sprong uit het publiek voor een lezing van Salman Rushdie een man op die de schrijver te lijf ging met een mes. In de dagen erna hield de wereld, of toch in ieder geval het beschaafde deel van de wereld, de adem in. Maar de schrijver overleefde en schreef een boek, Knife. Het is lastig om iemand te bekritiseren die een boek schrijft over een moorddadige aanval die hij overleefd heeft, en die daarbij bovendien een lichte en heldere toon aanslaat. Doe het maar, verlies je oog maar, en de controle over je hand, en leef de rest van je leven met het beeld van een onbekende die jou zo haat dat hij bereid is om een tas met messen een congrescentrum in te smokkelen, en raak dan niet dusdanig gedeprimeerd dat je er niet over kunt of wil schrijven. Ik heb het boek ook helemaal gelezen, en niet tot mijn verdriet, maar op een bepaalde manier lijkt Rushdie iets te bereiken dat hem nu nog niet lukt. Een diepte van menselijkheid, misschien, of juist een hoogte van schrijversch...