Ton den Boon. Lucebert, de nar en zijn dubbelganger, 2024.

In het werk van Lucebert zijn nog altijd genoeg zaken te ontdekken, zoals Ton den Boon laat zien in zijn fraaie essay Lucebert, de nar en zijn dubbelganger. Het is niet moeilijk om in het oeuvre gedichten te vinden waar op de keper beschouwd niemand een snars van begrijpt, donkere spelonken in de omvangrijke mergelgrotten die het werk zijn. En soms weet iemand ineens een zaklantaarn in zo'n spelonk te schijnen. Ton den Boon lukte het deze keer dus met een mooi uitgegeven en fraai geïllustreerd boekje. Hij laat zien dat in het beeldende werk regelmatig een figuur opduikt van een nar, een narrenpersonage met een soort spiegel waarin een heel ander gezicht te zien is. Dat is een klassiek beeld, maar als je erop gaat letten, zie je het voortdurend bij Lucebert terug. De zojuist genoemde fraaie illustraties zijn dan ook een heleboel tekeningen van Lucebert die dat laten zien. Maar ook in de poëzie duikt de nar op – in de allereerste bundel wordt hij al twee keer expl...