Al Galidi. De herfst van Zorro. Meulenhoff/Manteau: Amsterdam/Antwerpen, 2006.

Als ik De herfst van Zorro niet via de Poëzieclub toegestuurd had gekregen, had ik deze bundel waarschijnlijk nooit gelezen, want met zijn zwarte omslag en vreemde belettering ziet hij er niet zo aantrekkelijk uit. En dan had ik iets gemist dat ik liever niet zou missen: een bijzonder avontuurlijke bundel met gedichten waarvan alleen de titels al swingen: 'Op een nacht in de herfst opende Zorro de koelkast. De vla trilde van angst. Zorro voelde de pijn van de vla en zei tegen hem dat hij hem niet op zou eten en alleen wat sap wilde drinken. Voor die vla zong Zorro dit lied.' bijvoorbeeld, of 'De penis van Zorro neemt een pauze van Zorro'.

Wat maakt de gedichten zo bijzonder? Hun rijke vocabulaire kan het niet zijn, want ik heb zelden een bundel gelezen waarin zo vaak dezelfde woorden voorkomen (penis en hart ieder zeker vijftig keer). Maar misschien draagt juist die beperktheid wel bij aan de paradoxale toon van deze bundel: tegelijkertijd klassiek en onbekommerd. Zoals het gedicht 'Zorro zingt voor de regen. Hij zag hoe de regen dag en nacht op de zomer viel en herinnerde zich zijn verre, dorstige land, waar mensen bidden voor regen en hem smeken hen te bezoeken':

He regen
waarom val je hier?
Ben je blind, egoïstisch, ben je gek?
Waarom open je hier paraplu's
als je daar bloemen kunt openen?

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.