Nick Hornby. A Long Way Down. London: Penguin, 2006 (2005).
Ondanks het wat zware thema is dit wel weer een echte Hornby: luchtig, met geschreven met levenslust en taalgevoel (eerder las ik van hem About a Boy en The polysyllabic spree). Je kan je niet aan de indruk onttrekken dat Hornby van het leven houdt, en dat hij daar gelijk aan heeft. Je kan je ook niet aan de indruk onttrekken dat hij de taal liefheeft, en daar heeft hij ook gelijk in.
Soms is dat taalgevoel een beetje storend. Dit verhaal wordt om en om verteld of opgeschreven door de hoofdpersonen (al weet ik niet waarom zij dat opschrijven) en ze hebben allemaal een eigen toontje. Alleen geven ze daar dan ook commentaar op, zoals dat een van hen, Jess, het zo onhandig vindt, dat ze niet weet waar ze de aanhalingstekens moet zetten. Maar dat wordt ruimschoots goedgemaakt door zinnen als:
Jess had called an extraordinary meeting for four o'clock, in the vast and invariably empty basement of the Starbucks in Upper Street, one of those rooms with a lot of sofas and tables that would feel exactly like your living room, if your living room had no windows, and you only ever drank out of paper cups that you never threw away.
Reacties