Didier van Cauwelaert. L'Évangile de Jimmy. Paris: Albin Michel, 2004.

De regering van Clinton heeft iets gedaan waar we over enkele jaren nog zullen ophoren: een kloon gemaakt van enkele bloedsporen op de Lijkwade van Turijn, een kloon dus, van Jezus. Die kloon komt als hij 32 is onder hoede van een commissie van de republikeinse regering die over een jaar of vijftien aan de macht zal zijn en die een Jezus-figuur voor allerlei doeleinden kan gebruiken. De man moet nog wel een beetje bijgewerkt want het is een nauwelijks geletterde reparateur van zwembaden, Jimmy Woods.
Dat is een wel heel merkwaardig thema, maar Didier van Cauwelaert onderzoekt in L'Évangile de Jimmy werkelijk ieder aspect ervan dat je maar kunt verzinnen: de relatie tussen godsdienst en commercie, de wetenschappelijke verklaring van wonderen, de psychologie van iemand die zojuist is medegedeeld dat hij de verlosser is. Af en toe staan er wel wat erg veel verhandelingen in het boek, maar daartussen vond ik steeds weer merkwaardige gedachten: iemand legt aan Jimmy uit waarom Jezus eigenlijk zijn linkerwang toekeerde toen een soldaat hem op de rechter sloeg. Wie met zijn rechterhand op iemands rechterwang slaat, doet dat met de buitenkant van zijn hand, niet met zijn palm. Volgens de uitleg was dat een teken van grote minachting, en Jezus' daad was dan ook een antiracistische. Sla me met de palm van je hand, zoals je dat bij je vrienden zou doen!
Ik heb de afgelopen tijd al meer boeken gelezen over klonen: De engelenmaker van Stefan Brijs, en Michel Houellebecqs La possibilité d'une île. Het is natuurlijk ook een prettig thema voor een romanschrijver: het eeuwige leven in een modern jasje. Van Cauwelaert heeft het misschien wel op de origineelste manier verwerkt, in een boek dat ook nog eens een intelligente voorafspiegeling is van The Da Vinci Code.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.