Martinus Don Hogervorst Benders. Ginneninne. Udenhout, de Kaneelfabriek, 2020.

Ginneninne is met gemak de meest ambitieuze dichtbundel die er dit jaar verschenen is. De dichter, Martijn Benders, weet het zelf ook. In een brief aan het einde van deze 'kerstbundel' ('Lieve lezer') noemt hij het 'tegenraads' en zegt hij dat het 'van belang' is 'dat iemand een ander geluid laat horen, een lang vergeten geluid, een sluimerende taal'. Het is opvallend dat de bundel voor zover ik kan zien, nergens is besproken. Misschien weet geen recensent zich raad met de dichter, misschien weet geen recensent zich raad met de bundel. Je zou zeggen dat dit een goed teken is, in ieder geval in aanleg: dit is geen bundel die zoveel lijkt op andere bundels dat je hem na lezing keurig in je boekenkast kunt zetten. Niet het zoveelste boekje met keurige stijloefeningen, handelend over problemen waarover iedereen zich wel een beetje zorgen maakt, brave, fraai geformuleerde teksten over hanteerbare onderwerpen, maar een woeste sprong in het onbekende. ...