Posts

Posts uit maart, 2025 tonen

Belle van Zuylen. Alles is mode. Belle van Zuylen over de Franse revolutie. Gekozen, van commentaar voorzien en vertaald door Greetje van den Bergh. Van Oorschot, 1989.

Afbeelding
  Niet lang voor de Franse revolutie uit zou breken, was Belle van Zuylen nog in Parijs. Toen het eenmaal zo ver was, zat ze alweer in Zwitserland. De periode tussen 1788 en 1794 werd, vertelt de romaniste Greetje van den Bergh in haar inleiding bij Alles is mode  een vruchtbare periode voor de schrijfster. Ze onderhield uitgebreide correspondentie met allerlei mensen en publiceerde enkele boeken, trouwens ook weer vaak met brieven, zij het fictieve. Dat genre van de fictieve brief wordt geloof ik nog maar weinig beoefend. Van Zuylen was er een meester in. In Alles is mode  staan verschillende voorbeelden van hoe ze het inzette als manier om essays te schrijven: de overwegingen worden een fictieve persoon in de pen gelegd, en op die manier is er enige afstand tussen de schrijver en die overwegingen. Heel mooi werkt dat in de 'brieven van een Franse bisschop aan de natie'. Het is de vooravond van de revolutie, die bisschop overweegt allerlei misstanden die er in de Fr...

Masha Gessen. Surviving Autocracy. Granta, 2020

Afbeelding
  Er is een alternatieve werkelijkheid waarin Masha Gessen's Surviving Autocracy  uit 2020 inmiddels verouderd was: waarom je nog druk maken om het eerste bewind van Trump? Dat was een werkelijkheid waarin na alle schade die Trump aan zo ongeveer had iedereen had aangericht, hij niet nog een keer gekozen zou worden.  En in die werkelijkheid leven we niet. Gessen is een van de scherpste publieke intellectuelen van dit moment – iemand die de dingen haarscherp ziet en even scherp opschrijft. Hun beschrijving van wat er mis ging tijdens Trump-I is dan ook nog steeds relevant. Het leest af en toe als 'dat mensen zich daar toen druk om maakten! Moet je nu zien!' Maar in feite raakte Gessen toen ook al de kern. Die ligt voor hen onder andere bij de journalistiek, of in ieder geval wijdt hen daar de scherpste passages aan. Onvergetelijk vind ik het stuk over de persconferenties van Sarah Huckabee Sanders als woordvoerder van Trump – de totale minachting die zij uitstraalde voor d...

De Jeugd van Tegenwoordig. Tekstboek. Nijgh & Van Ditmar, 2025

Afbeelding
  Het verzameld werk van de taalbaldadige hiphopgroep Jeugd van Tegenwoordig begint met deze regel: “Niks intro, shit begint als het begint yo”. De tekst die volgt heet ‘Happen naar de baas’ en knapt onmiddellijk uit elkaar van ongein, vrolijkheid, opschepperij en taalplezier: ‘Blikken of blozen, Wartaal laat het hozen / Gozer, gast, pappie, kil / Ik weet niet hoe je heet maar je lijkt op m’n bil’. Het soort teksten, kortom, waarvan je je indertijd, in 2005, afvroeg hoe het hierna nog verder moest. En de Jeugd ging daarna nog twintig jaar verder. De teksten van de albums uit die afgelopen periode zijn nu bij elkaar gebracht in Tekstboek Jeugd , een boek dat van binnen zo kaal is als de titel: de teksten staan achter elkaar afgedrukt in een schreefloze letter. Behalve één zin aan het eind over wie welke teksten geschreven heeft, wordt er geen enkele toelichting gegeven en niets geïllustreerd. De teksten van Willie Wartaal (Olivier Locadia), Faberyayo (Pepijn Lanen) en Vjèze Fur (Fre...

Vonne van der Meer. Nachtgoed. De Bezige Bij, 1993.

Afbeelding
Weinig Nederlandse schrijvers zijn zo precies over ruimtes als Vonne van der Meer. Zelfs in haar kortste verhalen beschrijft ze over het algemeen waar de personages precies zijn, en speelt die plek een rol in het verhaal, als was het nog een personage. Het kan een schuur zijn waar iemand zit te werken, een loge in een Praags theater, een pashokje van een lingerieafdeling – Van der Meer brengt zo'n plaats tot leven. In het verhaal 'Bedrog' in de bundel Nachtgoed (1993) betreedt een vrouw 's ochtends vroeg de flat van een haar onbekende man: Via een vochtig trappehuis waar het naar opengeknaagde vuilniszakken rook, bereikte ik de verdieping waar hij woonde. Danny Beus was nergens te bekennen maar de deur met zijn naambordje stond open, dus liep ik vast maar door. Ik ging het huis in zonder het gevoel te hebben ergens binnen te komen. Zoals een landschap soms ongemerkt overgaat in een ander, zo leek de woning van Danny Beus een natuurlijke voortzetting van het ...

Caroline Féry. German Phonology. An Optimality-Theoretic Approach. Cambridge University Press, 2025

Afbeelding
Het nieuwe boek   German Phonology   van mijn collega Caroline Féry maakte me melancholisch. Het is een soort levenswerk van Féry, een Brusselse taalkundige die haar heel loopbaan in Duitsland heeft gewerkt, inmiddels geëmeriteerd is, maar nog altijd bij Frankfurt woont. Het is ook een indrukwekkend werk, dat de inzichten van vele decennia onderzoek naar de klank van het Duits samenvat. Hoe kan zoiets überhaupt tot andere gevoelens leiden dan liefde voor het heel nauwkeurig onderzoek naar hoe taal in elkaar zit? Het is in oktober dertig jaar geleden dat ik mijn proefschrift verdedigde, over de fonologie van het Nederlands. Daar zal het vast iets mee te maken hebben. Bovendien kreeg ik niet lang daarna een aanbod van Féry om naar Tübingen te komen, waar ze toen werkte. Ik had ondertussen ook een ander contract gekregen, dat nog meer mogelijkheden bood te doen wat ik wilde toen. dus het ging niet door, maar ik was enorm vereerd door het vertrouwen dat Féry, toen al een prominent...

Chahdortt Djavann. Et ces êtres sans pénis! Grasset, 2021.

Afbeelding
  "Je sors du roman", schrijft Chahdortt Djavann aan het einde van haar roman Et ces êtres sans pénis! : Ik stop nu met deze roman. Dat is een intrigerende mededeling want tot op dat moment lijkt het verhaal gebaseerd op autobiografie en documentatie. Djavann vertelt enerzijds haar bestaan als Iraanse banneling in Frankrijk – iemand die zich het Frans heeft eigengemaakt en er 14 boeken in heeft geschreven, maar die nog steeds tot haar afgrijzen af en toe wordt aangesproken als 'Iraanse schrijver'. Anderzijds vertelt ze verhalen over haar land van herkomst, over het lot dat vrouwen in haar land treft. Dat zijn weliswaar duidelijk tot fictie omgevormde verhalen. Over een vrouw die het de ene keer dat het haar allemaal te veel wordt in het openbaar haar hoofddoek afdoet, die meteen wordt gearresteerd en door de politie verkracht, want als je je hoofddoek afdoet, dan vraag je daarom. Over een lesbische vrouw die door het regime lange tijd met rust wordt gelaten, die zelfs...

Guus Luijters, red. Dag mijn zoet krekeltje. Brieven van J.A. dèr Mouw aan zijn pleegdochter Hetty. Flanor, 2025

Afbeelding
Het boekje   Dag mijn zoete krekeltje   is een massage voor iedereen die houdt van taal.   Guus Luijters   geeft in dit boekje, zijn laatste, de overgebleven brieven uit die   Johan Andreas dèr Mouw   schreef aan zijn pleegdochter Hetty (1900-1997). Dat zijn opmerkelijke briefjes. Als Hetty 17 is, eindigt haar vader bijvoorbeeld zo: Dag mijn teine tiene toete tindje; teine tieve toete tumpje. Teine tieve toete teeeekeltje, teine tieve toete preeuwtje van atikijn. Er zijn liefdesbrieven genoeg in de literatuur, maar brieven vol affectie van een vader aan zijn kind zijn er misschien wel te weinig. En Dèr Mouw was een man die weinig geneigd was zich aan conventies te houden – Luijters vertelt dat Hetty staartjes in zijn baard mocht vlechten en dat hij daar dan gemakkelijk een dag mee rondliep – en daarnaast was hij een man met een groot taalgevoel. Orgie Inhoudelijk zijn de briefjes niet eens zo heel bijzonder. De bovenstaande woorden staan aan het eind van ee...

Virginia Woolf. A Room of One's Own. Penguin, 1991 (1929)

Afbeelding
  A Room of One's Own  verscheen bijna een eeuw geleden, in 1929. Het is een essay over allerlei aspecten van het thema 'vrouw en fictie' dat de lezer in 2025 met nostalgie vervult.  Het is een boek dat alle aspecten van het onderwerp aan de orde laat komen zonder dat je voelt dat de schrijver een lijstje afwerkt: waarom zijn er zo weinig prominente vrouwen in de literatuurgeschiedenis? Hoe deden de belangrijke vrouwen, met name de Engelse romanschrijfsters Emily en Charlotte Brontë, Jane Austen, en George Elliot, het dan wel?  Hoe wordt de vrouw in fictie uitgebeeld? Hoe vrouwelijk zou de ideale vrouwelijke schrijver zijn? Woolf geeft de antwoorden van iemand die zelf in het vak zit, die zelf schrijver is: nuchter. Wat er nodig is om schrijver te worden, had de vrouw heel lang niet: de 'eigen kamer', een plek om zich terug te trekken en te concentreren. Sterker nog, waar de mannelijke schrijver al tijdens het werken geplaagd wordt door het besef dat de wereld echt ...

Vonne van der Meer. Zo is hij. De Bezige Bij, 1991.

Afbeelding
Lucas Vlieger is een tekenaar, een cartoonist die artikelen in kranten en tijdschriften illustreert. Hij is gescheiden, hij heeft na zijn scheiding een aantal andere vrouwen gehad. Sommigen hebben hem verlaten, hij heeft anderen verlaten. Nu staat hij aan het begin van een relatie met Martine, althans dat hoopt hij. Maar hij begint na te denken over iets waarover mensen misschien wel vooral nadenken als ze beginnen aan een relatie. Wat voor iemand is hij? Hoe zien anderen? Hoe zou iemand hem zien die hem altijd observeert? Anders dan andere mensen krijgt hij een antwoord: een goudbruine envelop, met daarop de tekst Oordeel Lucas Vlieger. Dat is het gegeven van de roman Zo is hij van Vonne van der Meer: Lucas Vlieger beschikt ineens over het eindoordeel over zichzelf. Hij wil het niet lezen, en opent dan de envelop – er zit een andere envelop in. Die hij niet opent. Die hij kwijtraakt. Die hij weer terugvindt. Waarvan hij uiteindelijk ontdekt wie de schrijfster is: zij is de schr...

Elfriede Jelinek. Die Klavierspielerin. Rowohlt, 1983.

Afbeelding
  Als er een natuurramp gebeurd is, staan de media daar vervolgens dagenlang bol van. Er valt eigenlijk niets over te vertellen, maar je kunt er niet over zwijgen, en de mediaconsument wil ook graag meer horen over het verschrikkelijke wat er is gebeurd: begrijpen wat niet te begrijpen is. Zo is het met  Die Klavierspielering  van Elfriede Jelinek. Als je het gelezen hebt, moet je er meer over lezen: wat vonden anderen hiervan, wat voor betekenis konden zij hieraan geven, aan deze vreselijke gebeurtenissen die in zo'n bijzondere stijl zijn opgeschreven dat je wel moest doorlezen? Hoe is het mogelijk dat men prijzen heeft gegeven aan een boek dat zulke intieme verschrikkelijkheden beschrijft. Die Klavierspielerin is het verhaal van een vrouw van in de dertig die met haar moeder samenleeft – ze slapen zelfs samen in het echtelijke bed sinds vader is overleden en ze hebben een relatie die een mengeling van liefde en aggressie heeft. De moeder verwijt de dochter van alles, da...

Khalid Mourigh. Denkend aan Hollands. Wat taal zegt over wie we zijn. Cossee, 2025

Afbeelding
Zeg mij welke taal je spreekt, en ik zeg je wie je bent. Geen twee mensen op de wereld spreken precies hetzelfde, en die verschillen laten altijd iets zien over een verschillende geschiedenis, een verschillende identiteit, een verschillende plaats in de samenleving. Dat je in Rotterdam geboren bent, maar in Den Bosch opgegroeid, dat je een man bent, en theoretisch opgeleid, dat je getrouwd bent met een Italiaanse, dat je bovengemiddeld gefascineerd bent door hoe andere mensen praten: het heeft allemaal invloed op je taalgebruik. Dat is een waarheid waarnaar al heel veel onderzoek is gedaan, een waarheid bovendien die door verschillende geleerden op een verschillende manieren is uitgewerkt, maar een waarheid waarover nog niet zo heel veel geschreven is. De sociolinguïstiek, de tak van de taalwetenschap die zich met deze waarheid bezighoudt, is altijd populair onder studenten, juist omdat ze zoveel te zeggen heeft over de onvermoede rol van taal in het eigen leven. Maar in heel veel publ...

Doortje Smithuijsen. Kapitalisme is seksisme. Podium, 2024.

Afbeelding
  Dat er ook in deze tijd en ook voor jonge vrouwen nog van alles onrechtvaardig is in onze samenleving, dat laat Doortje Smithuijsen heel duidelijk zien in Kapitalisme is seksisme . Voor iemand, voor een man, die al heel lang weinig met vrouwen van vroeg in de dertig te maken heeft, zijn het onthullende verhalen over hoe ook deze vrouwen zich nog altijd op hun uiterlijk beoordeeld weten, hoe ze denken dat ze in vrijheid allemaal tegelijkertijd dezelfde neiging krijgen om minder te gaan werken, hoe ze zich laten aanpraten dat ze geen compleet leven hebben zonder man en kinderen. Ik werd wel een beetje afgeleid doordat Smithuijsen dat allemaal verbindt aan het kapitalisme. De maatschappelijke druk die vrouwen ervaren is volgens haar een kapitalistische druk. Ik zie weinig goeds in het kapitalisme, maar waarom dat hier een rol zou spelen, wordt mij niet duidelijk. Ja, in de achttiende eeuw moesten vrouwen thuisblijven om voor de kinderen te zorgen, zodat de mannen al hun krachten ko...

Mariska Kleinhoonte van Os. Tussen de mazen. Verhalen. Van Oorschot, 2025.

Afbeelding
Ik snap recensenten niet, laat mij maar bloggen. Neem nu Marij de Wit. Zij heeft voor Het Parool  een signalement geschreven van Mariska Kleinhoonte van Os' debuut, de verhalenbundel  Tussen de mazen. Dat is best een gunstige bespreking, maar op een bepaald moment schrijft De Wit "Daarnaast voelen de vele plotwendingen als een trucje dat een goede schrijver als zij echt niet nodig heeft."  Kijk, daar begrijp ik niets van. Diskwalificeert een schrijver zich door plotwendingen te gebruiken? Is dat niet een kenmerk van een verhaal dat het een plot heeft, en van een plot dat er wendingen in zitten?  Mij valt bovendien helemaal niet op dat er in Tussen de mazen  nu zo ongebruikelijk veel plots worden gewend. Ik lees de verhalen vooral als portretten – in een paar bladzijden weet Kleinhoonte van Os een personage tot leven te wekken, en dat zijn heel verschillende personages, van een pubermeisje tot een psychotische zakenman, en dat via de dochter van een leraar met v...

Vonne van der Meer. De reis naar het kind. Contact, 1989

Afbeelding
"Heb ik je nooit verteld dat alle maar dan ook alle wiegeliedjes bij ons over de dood gaan?" vraagt Julia's Spaanse lerares Luisa op een bepaald moment. Eerder is Julia al getuige geweest van de begrafenis van een pasgeboren baby in Peru, een begrafenis waarbij de vrolijkste begrafenismuziek klinkt die ze ooit heeft gehoord. Vonne van der Meer moest, met haar belangstelling voor de vage grenzen tussen een ander kennen en een ander vreemd zijn, ooit wel een verhaal schrijven over adoptie. Het werd haar roman De reis naar het kind uit 1989. Julia en haar man Max kunnen geen kinderen krijgen en reizen daarom naar Peru, omdat een vaag contact (iemand die ze nauwelijks kennen, iemand aan wie ze hun lot in handen geven) een kind voor ze geregeld zou hebben. Omdat het kind een paar weken later geboren wordt dan verwacht, reizen ze door het onbekende land en Julia schrijft in haar dagboek alvast haar indrukken op voor het kind – en censureert daarbij bij voorbaat ook al de ...

Gerwin van der Werf. De krater. CPNB, 2025.

Afbeelding
Jongens die niet lezen zijn sukkels. Dat vindt Eden, de verteller van het boekenweekgeschenk van dit jaar, De krater van Gerwin van der Werf. Eden is een puber en heeft dus overal een mening over, die ze met een dikke kwast uitsmeert. Nederlandse rap? “Muziek voor knulletjes die hun speelgoedtractor net hebben ingeruild voor een opgevoerde fatbike”. De nieuwe vriend van haar moeder? “Er zijn volwassen mensen die Joep heten, het is niet te geloven’. Eden sleept de lezer, kortom, binnen de kortste keren haar verhaal in. Om haar broertje Benji op te vrolijken besluit ze een dagtocht naar een krater in Steinheim, Duitsland, te maken. Hun oudste broer, Johnny, moet hen rijden, want hij is de enige met een rijbewijs die ze zoiets kan vragen. Is een meteorietkrater een zinnige bestemming voor een mistroostige puber? Als hij er een lange autorit voor moet maken met een oudere broer die de onweerstaanbare drang heeft om verkeersborden te jatten? En een zus die ooit liever een broer wilde zijn e...

Ine Legerstee. Tussen de regels van de Reis-Heuchenis. De Grand Tour van P.C. Hooft (1598-1601). Verloren, 2024

Afbeelding
In 1979 begon Ine Legerstee aan een project: de lange reis, de ‘grand tour’, nareizen die de dichter P.C. Hooft tussen zijn 17e en 19e maakte. Onlangs verscheen eindelijk Legerstees boek over dat project. Het is een boek geworden dat ik alleen maar kan beschrijven als: verrukkelijk. Tijdens zijn reis hield Hooft een logboekje bij, de  Reis-Heuchenis ,   die Legerstee tijdens haar eigen reis tot gids diende. Nu was Hooft erg summier in de aantekeningen die hij maakte. Persoonlijke dingen schreef hij niet op – alleen meldde hij af en toe de namen van reisgenoten, maar zelfs dat liet hij vaak achterwegen. Ook voor de bezienswaardigheden ging hij er volgens Legerstee vaak vanuit dat mensen die ook wel konden opzoeken in andere reisgidsen. Bovendien leek hij lang niet alles te zien. Over Chartres meldt hij alleen dat hij er in een heel mooie tuin heeft gezeten, maar dat er in die stad ook een heel beroemde kathedraal staat, daarover rept hij niet. Legerstee heeft uit die droge opso...

Esohe Weyden. Richtingloos navigeren. Pelckmans, 2025.

Afbeelding
 Hoe kun je merken dat Esohe Weyden uit de spoken word-traditie komt? Want je kunt het merken, althans, die illusie heb ik.  Misschien komt het natuurlijk simpelweg doordat ik het weet: en is het een illusie. Maar ik geloof oprecht dat ze een toon heeft. Ik heb haar nooit horen optreden en toch meen ik haar stem te horen, langzaam voordragend, met aandacht voor de klinkers en de medeklinkers.  De teksten zijn bovendien betrekkelijk expliciet voor de lezer die vooral gewend is van papier te lezen. Er wordt heel veel duidelijk gemaakt. En als er iets niet wordt gezegd, wordt het naar mijn idee ook gewoon niet gezegd, er is niet een soort puzzeltje dat moet worden opgelost: Het oord van de veilige vertrouwdheid Waar koffiekoeken op zondag knapperiger zijn dan doordeweekse geserveerd in een keramieken schaal waarop kleurrijke planten pronken. Plakjes gember weken in heet water, drijven in de nachtelijke atmosfeer van een straffe earl grey. Waar borden en bestek worden bijgevu...

Paulien Cornelisse. Hèhè. Over wat we zeggen zonder dat we het doorhebben. CPNB, 2025.

Afbeelding
Hèhè van Paulien Cornelisse is een taalbevrijding! NIet alleen voor de gemiddelde lezer, die als het goed is altijd bevrijd wordt door wat Cornelisse schrijft over taal – bevrijd van de angst om het fout te doen. In dit geval schrijft Cornelisse met zoveel enthousiasme over woorden die zogenaamd overbodig zijn, zoals eigenlijk, gewoon en hèhè, dat je wel van steen moet zijn om die woorden niet te zoenen. De Nederlandse taalcultuur is gezegend met schrijvers als Cornelisse – in veel andere culturen mag je alleen boeken schrijven over taal als je minstens even zuur kijkt als je lezers. Maar ook voor de wat meer ervaren taalkundige is Cornelisses boekenweekessay een bevrijding. Want ze gebruikt voetnoten! Voetnoten worden veel gebruikt in wetenschappelijke publicaties – al worden ze zelfs daar vaak afgewezen –, maar ze zijn daarbuiten vaak taboe. Bij les 1 van de cursuswetenschapscommunicatie leer je: geen voetnoten. Als je bij mij tijdens een cursus een tekst inlevert met voetnote...

Jabik Veenbaas. Meer dan mooie woorden. De moderne roman als levensgids. Nieuw Amsterdam, 2025

Afbeelding
"De romanciers die er werkelijk toe doen", schrijft Jabik Veenbaas, "hebben nooit genoegen genomen met schoonheid alleen." Het is een definitie van 'er werkelijk toe doen' die hij zelfs tot de titel van zijn nieuwe boek heeft gemaakt: Meer dan mooie woorden , waarin hij twintig moderne romans (de eerste is van Proust, de laatste van Houellebecq) beschouwt. "Ze hebben altijd vanuit een levensvisie geschreven en ons daar iets van mee willen geven." Boeken waarin iemand je de wereldliteratuur doorgeleidt aan de hand van een heel specifiek en sterk idee, daar ben ik dol op. Dat zo iemand zijn eigen voorkeuren (levensvisie) daarmee tot de gouden standaard verheft, maakt het boek alleen maar leesbaarder. Veenbaas is heel erudiet en een heel nauwkeurig lezer. Hij weet daardoor de romanciers die er volgens hem toe doen allemaal aan elkaar te verbinden – Ayn Rand aan J.M. Coetzee, D.H. Lawrence aan Marilyn French, Nawal El Saadawi aan Gerard van het Re...

Eva Meijer. Variaties op aanwezigheid. HetMoet, 2025.

Afbeelding
  Variaties op aanwezigheid  van Eva Meijer is een fijne bundel om over te schrijven, maar het is niet zo'n fijne bundel om te lezen, in ieder geval niet voor mij.  Het gaat over long covid, en daar begint voor mij het probleem al: dat het een bundel is die ergens over gaat, over iets actueels. Het is daarmee een soort gelegenheidspoëzie, waarbij dan weliswaar de dichter zelf de gelegenheid heeft gemaakt. Zij heeft zichzelf duidelijk de opdracht gesteld om een bundel over deze ziekte te schrijven. Maar dat is een akelig precies en afgebakend thema, en ik weet niet wat ik daarmee aanmoet.  Ik grijp niet naar een dichtbundel omdat ik iets wil lezen over long covid, zoals ik er ook niet naar grijp omdat ik iets wil leven over sportverdwazing, of over de verkeersproblematiek. Ik grijp naar een bundel omdat ik taal wil, nieuwe taal. Variaties op aanwezigheid  biedt die taal niet. Het gaat in deze bundel niet om de individuele regel, of over het individuele gedicht, m...

Vonne van der Meer. Een warme rug. De Bezige Bij, 1987.

Afbeelding
Aan het begin van Vonne van der Meers eerste roman, Een warme rug,  gaat de verteller, Prikkebeen, naar Schiphol om haar zus op te halen. Die zus heeft jarenlang in Toronto gewoond, maar wil nu scheiden en komt terug naar huis. "Gelukkig heeft ze me geschreven", zegt Prikkebeen, "dat ze niet meer blond is maar rood, anders had ik haar van zo'n afstand misschien niet herkend." Omdat het vliegtuig vertraagd is, moet Prikkebeen nog lang wachten. Ze houdt zich ondertussen onledig door van andere aankomende reizigers te raden door wie ze zullen worden opgehaald. Ze raadt het steeds verkeerd – in de wereld van Van der Meer is het onmogelijk iemand anders te kennen. Verliefdheid Het grootste deel van Een warme rug – op het omslag van de eerste druk staat dat het een roman is, maar het heeft de compactheid en elegantie van een novelle – betreft herinneringen van Prikkebeen, waarin ze soms naar zichzelf verwijst met ik en soms met Prikkebeen. Die gaan ove...